Uitsliepen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of uitsliepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sliep uit
I do
sliept uit
you do
sliept uit
he/she/it does
sliepen uit
we do
sliepen uit
you all do
sliepen uit
they do
Present perfect tense
heb uitgesliept
I have done
hebt uitgesliept
you have done
heeft uitgesliept
he/she/it has done
hebben uitgesliept
we have done
hebben uitgesliept
you all have done
hebben uitgesliept
they have done
Past tense
sliepte uit
I did
sliepte uit
you did
sliepte uit
he/she/it did
sliepten uit
we did
sliepten uit
you all did
sliepten uit
they did
Future tense
zal uitsliepen
I will do
zult uitsliepen
you will do
zal uitsliepen
he/she/it will do
zullen uitsliepen
we will do
zullen uitsliepen
you all will do
zullen uitsliepen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitsliepen
I would do
zou uitsliepen
you would do
zou uitsliepen
he/she/it would do
zouden uitsliepen
we would do
zouden uitsliepen
you all would do
zouden uitsliepen
they would do
Subjunctive mood
sliepe uit
I do
sliepe uit
you do
sliepe uit
he/she/it do
sliepe uit
we do
sliepe uit
you all do
sliepe uit
they do
Past perfect tense
had uitgesliept
I had done
had uitgesliept
you had done
had uitgesliept
he/she/it had done
hadden uitgesliept
we had done
hadden uitgesliept
you all had done
hadden uitgesliept
they had done
Future perf.
zal uitgesliept hebben
I will have done
zal uitgesliept hebben
you will have done
zal uitgesliept hebben
he/she/it will have done
zullen uitgesliept hebben
we will have done
zullen uitgesliept hebben
you all will have done
zullen uitgesliept hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgesliept hebben
I would have done
zou uitgesliept hebben
you would have done
zou uitgesliept hebben
he/she/it would have done
zouden uitgesliept hebben
we would have done
zouden uitgesliept hebben
you all would have done
zouden uitgesliept hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitsliep
I do
uitsliept
you do
uitsliept
he/she/it does
uitsliepen
we do
uitsliepen
you all do
uitsliepen
they do
Past bijzin tense
uitsliepte
I did
uitsliepte
you did
uitsliepte
he/she/it did
uitsliepten
we did
uitsliepten
you all did
uitsliepten
they did
Future bijzin tense
zal uitsliepen
I will do
zult uitsliepen
you will do
zal uitsliepen
he/she/it will do
zullen uitsliepen
we will do
zullen uitsliepen
you all will do
zullen uitsliepen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitsliepen
I would do
zou uitsliepen
you would do
zou uitsliepen
he/she/it would do
zouden uitsliepen
we would do
zouden uitsliepen
you all would do
zouden uitsliepen
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitsliepe
I do
uitsliepe
you do
uitsliepe
he/she/it do
uitsliepe
we do
uitsliepe
you all do
uitsliepe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
sliep uit
do
sliept uit
do

Examples of uitsliepen

Example in DutchTranslation in English
Nou, sliep uit. Dat kunnen wij ook.Well, the joke's on the rest of the world, because we can do that on our own.
We sliepen uit als indianen ons aanvielen... en lieten ons haar doen terwijl onze mannen werden gescalpeerd.We slept late during Indian attacks and had our hair done while our husbands had theirs scalped.
En toen hij vanmorgen niet naar beneden kwam.. namen wij aan..dat hij zijn roes uitsliep.And when he didn't come downstairs in the morning we assumed...he was sleeping it off.
Ik ging naar de receptie met... kots over m'n jurk terwijl hij zijn roes uitsliep in de Travelodge,... en jij gaat er nog over door...I went to the reception by myself with puke all down my dress while he slept it off in the Travelodge, and you're still siding with that...
Ik kan me de laatste keer dat ik uitsliep niet meer herinneren.(Coos) Aw. You don't work till tomorrow.
Wacht, herinner je je niks meer van wat ik je gisteren heb verteld... voor je bent flauwgevallen en de hele dag in bed je roes uitsliep?Wait, you don't remember any of what I told you last night before you passed out and spent the day in bed sleeping off your bender?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitslijpen
do
uitslijten
erode
uitslorpen
do
uitslurpen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?