Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitlepelen (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lepel uit
lepelt uit
lepelt uit
lepelen uit
lepelen uit
lepelen uit
Present perfect tense
heb uitgelepeld
hebt uitgelepeld
heeft uitgelepeld
hebben uitgelepeld
hebben uitgelepeld
hebben uitgelepeld
Past tense
lepelde uit
lepelde uit
lepelde uit
lepelden uit
lepelden uit
lepelden uit
Future tense
zal uitlepelen
zult uitlepelen
zal uitlepelen
zullen uitlepelen
zullen uitlepelen
zullen uitlepelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitlepelen
zou uitlepelen
zou uitlepelen
zouden uitlepelen
zouden uitlepelen
zouden uitlepelen
Subjunctive mood
lepele uit
lepele uit
lepele uit
lepele uit
lepele uit
lepele uit
Past perfect tense
had uitgelepeld
had uitgelepeld
had uitgelepeld
hadden uitgelepeld
hadden uitgelepeld
hadden uitgelepeld
Future perf.
zal uitgelepeld hebben
zal uitgelepeld hebben
zal uitgelepeld hebben
zullen uitgelepeld hebben
zullen uitgelepeld hebben
zullen uitgelepeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgelepeld hebben
zou uitgelepeld hebben
zou uitgelepeld hebben
zouden uitgelepeld hebben
zouden uitgelepeld hebben
zouden uitgelepeld hebben
Present bijzin tense
uitlepel
uitlepelt
uitlepelt
uitlepelen
uitlepelen
uitlepelen
Past bijzin tense
uitlepelde
uitlepelde
uitlepelde
uitlepelden
uitlepelden
uitlepelden
Future bijzin tense
zal uitlepelen
zult uitlepelen
zal uitlepelen
zullen uitlepelen
zullen uitlepelen
zullen uitlepelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitlepelen
zou uitlepelen
zou uitlepelen
zouden uitlepelen
zouden uitlepelen
zouden uitlepelen
Subjunctive bijzin mood
uitlepele
uitlepele
uitlepele
uitlepele
uitlepele
uitlepele
Du
Ihr
Imperative mood
lepel uit
lepelt uit

Examples of uitlepelen

Example in DutchTranslation in English
Hij had een lepel uit de kantine geslepen tot hij messcherp was.He'd took a spoon from the cafeteria and he ground it down until it was razor sharp.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.