Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitknikkeren (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of uitknikkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knikker uit
I do
knikkert uit
you do
knikkert uit
he/she/it does
knikkeren uit
we do
knikkeren uit
you all do
knikkeren uit
they do
Present perfect tense
heb uitgeknikkerd
I have done
hebt uitgeknikkerd
you have done
heeft uitgeknikkerd
he/she/it has done
hebben uitgeknikkerd
we have done
hebben uitgeknikkerd
you all have done
hebben uitgeknikkerd
they have done
Past tense
knikkerde uit
I did
knikkerde uit
you did
knikkerde uit
he/she/it did
knikkerden uit
we did
knikkerden uit
you all did
knikkerden uit
they did
Future tense
zal uitknikkeren
I will do
zult uitknikkeren
you will do
zal uitknikkeren
he/she/it will do
zullen uitknikkeren
we will do
zullen uitknikkeren
you all will do
zullen uitknikkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitknikkeren
I would do
zou uitknikkeren
you would do
zou uitknikkeren
he/she/it would do
zouden uitknikkeren
we would do
zouden uitknikkeren
you all would do
zouden uitknikkeren
they would do
Subjunctive mood
knikkere uit
I do
knikkere uit
you do
knikkere uit
he/she/it do
knikkere uit
we do
knikkere uit
you all do
knikkere uit
they do
Past perfect tense
had uitgeknikkerd
I had done
had uitgeknikkerd
you had done
had uitgeknikkerd
he/she/it had done
hadden uitgeknikkerd
we had done
hadden uitgeknikkerd
you all had done
hadden uitgeknikkerd
they had done
Future perf.
zal uitgeknikkerd hebben
I will have done
zal uitgeknikkerd hebben
you will have done
zal uitgeknikkerd hebben
he/she/it will have done
zullen uitgeknikkerd hebben
we will have done
zullen uitgeknikkerd hebben
you all will have done
zullen uitgeknikkerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeknikkerd hebben
I would have done
zou uitgeknikkerd hebben
you would have done
zou uitgeknikkerd hebben
he/she/it would have done
zouden uitgeknikkerd hebben
we would have done
zouden uitgeknikkerd hebben
you all would have done
zouden uitgeknikkerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitknikker
I do
uitknikkert
you do
uitknikkert
he/she/it does
uitknikkeren
we do
uitknikkeren
you all do
uitknikkeren
they do
Past bijzin tense
uitknikkerde
I did
uitknikkerde
you did
uitknikkerde
he/she/it did
uitknikkerden
we did
uitknikkerden
you all did
uitknikkerden
they did
Future bijzin tense
zal uitknikkeren
I will do
zult uitknikkeren
you will do
zal uitknikkeren
he/she/it will do
zullen uitknikkeren
we will do
zullen uitknikkeren
you all will do
zullen uitknikkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitknikkeren
I would do
zou uitknikkeren
you would do
zou uitknikkeren
he/she/it would do
zouden uitknikkeren
we would do
zouden uitknikkeren
you all would do
zouden uitknikkeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitknikkere
I do
uitknikkere
you do
uitknikkere
he/she/it do
uitknikkere
we do
uitknikkere
you all do
uitknikkere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
knikker uit
do
knikkert uit
do

Examples of uitknikkeren

Example in DutchTranslation in English
Nee, want, Het enige uitknikkeren dat ik ga doen, is uit een vliegtuig voor mijn sprong voor het goede doel.No, because, the only chucking out I'll be doing is out of a plane for my charity parachute jump.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.