Uitklimmen (to climb out) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of uitklimmen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klim uit
I climb out
klimt uit
you climb out
klimt uit
he/she/it climbs out
klimmen uit
we climb out
klimmen uit
you all climb out
klimmen uit
they climb out
Present perfect tense
ben uitgeklommen
I have climbed out
bent uitgeklommen
you have climbed out
is uitgeklommen
he/she/it has climbed out
zijn uitgeklommen
we have climbed out
zijn uitgeklommen
you all have climbed out
zijn uitgeklommen
they have climbed out
Past tense
klom uit
I climbed out
klom uit
you climbed out
klom uit
he/she/it climbed out
klommen uit
we climbed out
klommen uit
you all climbed out
klommen uit
they climbed out
Future tense
zal uitklimmen
I will climb out
zult uitklimmen
you will climb out
zal uitklimmen
he/she/it will climb out
zullen uitklimmen
we will climb out
zullen uitklimmen
you all will climb out
zullen uitklimmen
they will climb out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitklimmen
I would climb out
zou uitklimmen
you would climb out
zou uitklimmen
he/she/it would climb out
zouden uitklimmen
we would climb out
zouden uitklimmen
you all would climb out
zouden uitklimmen
they would climb out
Subjunctive mood
klimme uit
I climb out
klimme uit
you climb out
klimme uit
he/she/it climb out
klimme uit
we climb out
klimme uit
you all climb out
klimme uit
they climb out
Past perfect tense
was uitgeklommen
I had climbed out
was uitgeklommen
you had climbed out
was uitgeklommen
he/she/it had climbed out
waren uitgeklommen
we had climbed out
waren uitgeklommen
you all had climbed out
waren uitgeklommen
they had climbed out
Future perf.
zal uitgeklommen zijn
I will have climbed out
zal uitgeklommen zijn
you will have climbed out
zal uitgeklommen zijn
he/she/it will have climbed out
zullen uitgeklommen zijn
we will have climbed out
zullen uitgeklommen zijn
you all will have climbed out
zullen uitgeklommen zijn
they will have climbed out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeklommen zijn
I would have climbed out
zou uitgeklommen zijn
you would have climbed out
zou uitgeklommen zijn
he/she/it would have climbed out
zouden uitgeklommen zijn
we would have climbed out
zouden uitgeklommen zijn
you all would have climbed out
zouden uitgeklommen zijn
they would have climbed out
Present bijzin tense
uitklim
I climb out
uitklimt
you climb out
uitklimt
he/she/it climbs out
uitklimmen
we climb out
uitklimmen
you all climb out
uitklimmen
they climb out
Past bijzin tense
uitklom
I climbed out
uitklom
you climbed out
uitklom
he/she/it climbed out
uitklommen
we climbed out
uitklommen
you all climbed out
uitklommen
they climbed out
Future bijzin tense
zal uitklimmen
I will climb out
zult uitklimmen
you will climb out
zal uitklimmen
he/she/it will climb out
zullen uitklimmen
we will climb out
zullen uitklimmen
you all will climb out
zullen uitklimmen
they will climb out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitklimmen
I would climb out
zou uitklimmen
you would climb out
zou uitklimmen
he/she/it would climb out
zouden uitklimmen
we would climb out
zouden uitklimmen
you all would climb out
zouden uitklimmen
they would climb out
Subjunctive bijzin mood
uitklimme
I climb out
uitklimme
you climb out
uitklimme
he/she/it climb out
uitklimme
we climb out
uitklimme
you all climb out
uitklimme
they climb out
Du
Ihr
Imperative mood
klim uit
climb out
klimt uit
climb out

Examples of uitklimmen

Example in DutchTranslation in English
- kan je er boven uitklimmen ?- Can you climb out?
En dat je er nooit zult kunnen uitklimmen.And that you will never climb out.
Ik heb mezelf te diep ingegraven en ik kan er niet meer uitklimmen.I dug myself in too deep and I can't climb out.
Ik kan er niet uitklimmen, met mijn handen op mijn hoofd.I can't climb out if my hands are on my head.
Ik las op het Internet over een vent... die een vat op zijn gazon zette... en hij gooide er een aantal biefstukjes in, en gedurende de nacht... sprongen de wasberen erin, maar ze konden er niet uitklimmen.I read online today about this guy he sticks a barrel into his grass and he throws steaks in, and during the night, the raccoons, they jump in, but they can't climb out.
Ga erheen, schrijf je in en klim uit het raam.So what? Go back, sign in and climb out the window.
ja, ik klim uit dat raam en loop zo naar de piano.Yeah, I climb out this window and walk to the piano.
Jou zien klimmen uit een vestiaire... met Chuck zoals de Bass die een kanarie heeft gegeten.Watching you climb out of a brownstone vestibule with Chuck following like the Bass that ate the canary.
We klimmen uit het raam, en we springen op de jeep.We'll climb out of the window and jump down on top of the Jeep.
We klimmen uit het raam.- We"II have to climb out the window.
Daar kan ze niet uitgeklommen zijn.She couldn't have climbed out there.
En hij is er vast niet zelf uitgeklommen.And i doubt it climbed out on its own.
Hij is het raam uitgeklommen.He climbed out the window.
Ik deed alsof ik naar de badkamer ging, en ben een raam uitgeklommen.Mom, I pretended to go to the bathroom and then climbed out the window.
Maar ze zijn er ook nog uitgeklommen.They've also climbed out.
Barb klom uit haar slaapkamerraam. Onze man miste haar.Barb climbed out her bedroom window.
Dus ik klom uit het raam.So I climbed out the window.
Hij ging naar het toilet, klom uit het achter raam.He went to the gents' room, climbed out the back window.
Hij klom uit haar slaapkamerraam, stapte in zijn vliegtuig en vloog weg.No, he climbed out of her bedroom window, got in his plane and flew off.
Hij klom uit het raam.He climbed out the window.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitklinken
decay

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'climb out':

None found.
Learning languages?