Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitkafferen (to scold) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of uitkafferen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kaffer uit
I scold
kaffert uit
you scold
kaffert uit
he/she/it scolds
kafferen uit
we scold
kafferen uit
you all scold
kafferen uit
they scold
Present perfect tense
heb uitgekafferd
I have scolded
hebt uitgekafferd
you have scolded
heeft uitgekafferd
he/she/it has scolded
hebben uitgekafferd
we have scolded
hebben uitgekafferd
you all have scolded
hebben uitgekafferd
they have scolded
Past tense
kafferde uit
I scolded
kafferde uit
you scolded
kafferde uit
he/she/it scolded
kafferden uit
we scolded
kafferden uit
you all scolded
kafferden uit
they scolded
Future tense
zal uitkafferen
I will scold
zult uitkafferen
you will scold
zal uitkafferen
he/she/it will scold
zullen uitkafferen
we will scold
zullen uitkafferen
you all will scold
zullen uitkafferen
they will scold
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitkafferen
I would scold
zou uitkafferen
you would scold
zou uitkafferen
he/she/it would scold
zouden uitkafferen
we would scold
zouden uitkafferen
you all would scold
zouden uitkafferen
they would scold
Subjunctive mood
kaffere uit
I scold
kaffere uit
you scold
kaffere uit
he/she/it scold
kaffere uit
we scold
kaffere uit
you all scold
kaffere uit
they scold
Past perfect tense
had uitgekafferd
I had scolded
had uitgekafferd
you had scolded
had uitgekafferd
he/she/it had scolded
hadden uitgekafferd
we had scolded
hadden uitgekafferd
you all had scolded
hadden uitgekafferd
they had scolded
Future perf.
zal uitgekafferd hebben
I will have scolded
zal uitgekafferd hebben
you will have scolded
zal uitgekafferd hebben
he/she/it will have scolded
zullen uitgekafferd hebben
we will have scolded
zullen uitgekafferd hebben
you all will have scolded
zullen uitgekafferd hebben
they will have scolded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgekafferd hebben
I would have scolded
zou uitgekafferd hebben
you would have scolded
zou uitgekafferd hebben
he/she/it would have scolded
zouden uitgekafferd hebben
we would have scolded
zouden uitgekafferd hebben
you all would have scolded
zouden uitgekafferd hebben
they would have scolded
Present bijzin tense
uitkaffer
I scold
uitkaffert
you scold
uitkaffert
he/she/it scolds
uitkafferen
we scold
uitkafferen
you all scold
uitkafferen
they scold
Past bijzin tense
uitkafferde
I scolded
uitkafferde
you scolded
uitkafferde
he/she/it scolded
uitkafferden
we scolded
uitkafferden
you all scolded
uitkafferden
they scolded
Future bijzin tense
zal uitkafferen
I will scold
zult uitkafferen
you will scold
zal uitkafferen
he/she/it will scold
zullen uitkafferen
we will scold
zullen uitkafferen
you all will scold
zullen uitkafferen
they will scold
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitkafferen
I would scold
zou uitkafferen
you would scold
zou uitkafferen
he/she/it would scold
zouden uitkafferen
we would scold
zouden uitkafferen
you all would scold
zouden uitkafferen
they would scold
Subjunctive bijzin mood
uitkaffere
I scold
uitkaffere
you scold
uitkaffere
he/she/it scold
uitkaffere
we scold
uitkaffere
you all scold
uitkaffere
they scold
Du
Ihr
Imperative mood
kaffer uit
scold
kaffert uit
scold

Examples of uitkafferen

Example in DutchTranslation in English
Ik laat me niet uitkafferen, meneer.I won't be scolded, sir.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scold':

None found.