Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitjanken (to do) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
jank uit
jankt uit
jankt uit
janken uit
janken uit
janken uit
Present perfect tense
heb uitgejankt
hebt uitgejankt
heeft uitgejankt
hebben uitgejankt
hebben uitgejankt
hebben uitgejankt
Past tense
jankte uit
jankte uit
jankte uit
jankten uit
jankten uit
jankten uit
Future tense
zal uitjanken
zult uitjanken
zal uitjanken
zullen uitjanken
zullen uitjanken
zullen uitjanken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitjanken
zou uitjanken
zou uitjanken
zouden uitjanken
zouden uitjanken
zouden uitjanken
Subjunctive mood
janke uit
janke uit
janke uit
janke uit
janke uit
janke uit
Past perfect tense
had uitgejankt
had uitgejankt
had uitgejankt
hadden uitgejankt
hadden uitgejankt
hadden uitgejankt
Future perf.
zal uitgejankt hebben
zal uitgejankt hebben
zal uitgejankt hebben
zullen uitgejankt hebben
zullen uitgejankt hebben
zullen uitgejankt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgejankt hebben
zou uitgejankt hebben
zou uitgejankt hebben
zouden uitgejankt hebben
zouden uitgejankt hebben
zouden uitgejankt hebben
Present bijzin tense
uitjank
uitjankt
uitjankt
uitjanken
uitjanken
uitjanken
Past bijzin tense
uitjankte
uitjankte
uitjankte
uitjankten
uitjankten
uitjankten
Future bijzin tense
zal uitjanken
zult uitjanken
zal uitjanken
zullen uitjanken
zullen uitjanken
zullen uitjanken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitjanken
zou uitjanken
zou uitjanken
zouden uitjanken
zouden uitjanken
zouden uitjanken
Subjunctive bijzin mood
uitjanke
uitjanke
uitjanke
uitjanke
uitjanke
uitjanke
Du
Ihr
Imperative mood
jank uit
jankt uit

Examples of uitjanken

Example in DutchTranslation in English
Als je bent uitgejankt, daar is de deur.When you're done pitying yourself, the door's that way.
Klopt, ik ben uitgejankt.- Yeah. I'm done crying.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitdenken
invent

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

turnen
do
uiteendrijven
drive apart
uiteten
din out
uitgooien
throw
uithollen
cough
uithuwen
wed
uitjoelen
do
uitkiezen
choose
uitknagen
do
uitkramen
rave about

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.