Uiteengaan (to break up) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of uiteengaan

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ga uiteen
I break up
gaat uiteen
you break up
gaat uiteen
he/she/it breaks up
gaan uiteen
we break up
gaan uiteen
you all break up
gaan uiteen
they break up
Present perfect tense
ben uiteengegaan
I have broken up
bent uiteengegaan
you have broken up
is uiteengegaan
he/she/it has broken up
zijn uiteengegaan
we have broken up
zijn uiteengegaan
you all have broken up
zijn uiteengegaan
they have broken up
Past tense
ging uiteen
I broke up
ging uiteen
you broke up
ging uiteen
he/she/it broke up
gingen uiteen
we broke up
gingen uiteen
you all broke up
gingen uiteen
they broke up
Future tense
zal uiteengaan
I will break up
zult uiteengaan
you will break up
zal uiteengaan
he/she/it will break up
zullen uiteengaan
we will break up
zullen uiteengaan
you all will break up
zullen uiteengaan
they will break up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uiteengaan
I would break up
zou uiteengaan
you would break up
zou uiteengaan
he/she/it would break up
zouden uiteengaan
we would break up
zouden uiteengaan
you all would break up
zouden uiteengaan
they would break up
Subjunctive mood
ga uiteen
I break up
ga uiteen
you break up
ga uiteen
he/she/it break up
ga uiteen
we break up
ga uiteen
you all break up
ga uiteen
they break up
Past perfect tense
was uiteengegaan
I had broken up
was uiteengegaan
you had broken up
was uiteengegaan
he/she/it had broken up
waren uiteengegaan
we had broken up
waren uiteengegaan
you all had broken up
waren uiteengegaan
they had broken up
Future perf.
zal uiteengegaan zijn
I will have broken up
zal uiteengegaan zijn
you will have broken up
zal uiteengegaan zijn
he/she/it will have broken up
zullen uiteengegaan zijn
we will have broken up
zullen uiteengegaan zijn
you all will have broken up
zullen uiteengegaan zijn
they will have broken up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uiteengegaan zijn
I would have broken up
zou uiteengegaan zijn
you would have broken up
zou uiteengegaan zijn
he/she/it would have broken up
zouden uiteengegaan zijn
we would have broken up
zouden uiteengegaan zijn
you all would have broken up
zouden uiteengegaan zijn
they would have broken up
Present bijzin tense
uiteenga
I break up
uiteengaat
you break up
uiteengaat
he/she/it breaks up
uiteengaan
we break up
uiteengaan
you all break up
uiteengaan
they break up
Past bijzin tense
uiteenging
I broke up
uiteenging
you broke up
uiteenging
he/she/it broke up
uiteengingen
we broke up
uiteengingen
you all broke up
uiteengingen
they broke up
Future bijzin tense
zal uiteengaan
I will break up
zult uiteengaan
you will break up
zal uiteengaan
he/she/it will break up
zullen uiteengaan
we will break up
zullen uiteengaan
you all will break up
zullen uiteengaan
they will break up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uiteengaan
I would break up
zou uiteengaan
you would break up
zou uiteengaan
he/she/it would break up
zouden uiteengaan
we would break up
zouden uiteengaan
you all would break up
zouden uiteengaan
they would break up
Subjunctive bijzin mood
uiteenga
I break up
uiteenga
you break up
uiteenga
he/she/it break up
uiteenga
we break up
uiteenga
you all break up
uiteenga
they break up
Du
Ihr
Imperative mood
ga uiteen
break up
gaat uiteen
break up

Examples of uiteengaan

Example in DutchTranslation in English
Maar als je wil dat we uiteengaan, doe je zoals je wil, iedereen is vrij.But if you think we should break up, that's up to you. The human mind's a realm of its own.
Wilt u onmiddellijk uiteengaan ?Please break up immediately.
Wilt u uiteengaan ?Please break up.
We gaan uiteen, verzoenen ons... maar liefde blijft liefde en familie blijft familie.We break up, we make up, but in the end, the love is the love and the family is the family.
Nee, ze gingen uiteen nog voor ik geboren werd.No, they broke up before I was even born.
We gingen uiteen in Los Angeles, klootzak.I broke up with Colin in Los Angeles, you jackass.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

trepaneren
worm
uitbakken
let it get crisp
uitbuilen
do
uitdelen
distribute
uitdelven
do
uitdraaien
do
uiteendrijven
drive apart
uiteenhouden
keep apart
uiteenstuiven
do
uithuilen
cry

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'break up':

None found.
Learning languages?