Uitchecken (to check out) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of uitchecken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
check uit
I check out
checkt uit
you check out
checkt uit
he/she/it checks out
checken uit
we check out
checken uit
you all check out
checken uit
they check out
Present perfect tense
heb uitgecheckt
I have checked out
hebt uitgecheckt
you have checked out
heeft uitgecheckt
he/she/it has checked out
hebben uitgecheckt
we have checked out
hebben uitgecheckt
you all have checked out
hebben uitgecheckt
they have checked out
Past tense
checkte uit
I checked out
checkte uit
you checked out
checkte uit
he/she/it checked out
checkten uit
we checked out
checkten uit
you all checked out
checkten uit
they checked out
Future tense
zal uitchecken
I will check out
zult uitchecken
you will check out
zal uitchecken
he/she/it will check out
zullen uitchecken
we will check out
zullen uitchecken
you all will check out
zullen uitchecken
they will check out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitchecken
I would check out
zou uitchecken
you would check out
zou uitchecken
he/she/it would check out
zouden uitchecken
we would check out
zouden uitchecken
you all would check out
zouden uitchecken
they would check out
Subjunctive mood
checke uit
I check out
checke uit
you check out
checke uit
he/she/it check out
checke uit
we check out
checke uit
you all check out
checke uit
they check out
Past perfect tense
had uitgecheckt
I had checked out
had uitgecheckt
you had checked out
had uitgecheckt
he/she/it had checked out
hadden uitgecheckt
we had checked out
hadden uitgecheckt
you all had checked out
hadden uitgecheckt
they had checked out
Future perf.
zal uitgecheckt hebben
I will have checked out
zal uitgecheckt hebben
you will have checked out
zal uitgecheckt hebben
he/she/it will have checked out
zullen uitgecheckt hebben
we will have checked out
zullen uitgecheckt hebben
you all will have checked out
zullen uitgecheckt hebben
they will have checked out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgecheckt hebben
I would have checked out
zou uitgecheckt hebben
you would have checked out
zou uitgecheckt hebben
he/she/it would have checked out
zouden uitgecheckt hebben
we would have checked out
zouden uitgecheckt hebben
you all would have checked out
zouden uitgecheckt hebben
they would have checked out
Present bijzin tense
uitcheck
I check out
uitcheckt
you check out
uitcheckt
he/she/it checks out
uitchecken
we check out
uitchecken
you all check out
uitchecken
they check out
Past bijzin tense
uitcheckte
I checked out
uitcheckte
you checked out
uitcheckte
he/she/it checked out
uitcheckten
we checked out
uitcheckten
you all checked out
uitcheckten
they checked out
Future bijzin tense
zal uitchecken
I will check out
zult uitchecken
you will check out
zal uitchecken
he/she/it will check out
zullen uitchecken
we will check out
zullen uitchecken
you all will check out
zullen uitchecken
they will check out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitchecken
I would check out
zou uitchecken
you would check out
zou uitchecken
he/she/it would check out
zouden uitchecken
we would check out
zouden uitchecken
you all would check out
zouden uitchecken
they would check out
Subjunctive bijzin mood
uitchecke
I check out
uitchecke
you check out
uitchecke
he/she/it check out
uitchecke
we check out
uitchecke
you all check out
uitchecke
they check out
Du
Ihr
Imperative mood
check uit
check out
checkt uit
check out

Examples of uitchecken

Example in DutchTranslation in English
"Mensen die bij Hawksin logeren zijn slimmer wanneer ze uitchecken..."People who stay with Hawksin's are smarter than when they check out,
- Ik moet uitchecken.I got to check out.
-Jullie moeten uitchecken.It's time to check out.
Als ze alleen maar probeerde een alibi te hebben, waarom uitchecken om 03:30?If she was merely trying to establish an alibi, why check out at 3:30?
Breng alle boeken die je wilt uitchecken naar de balie.Bring any books you'd like to check out to the counter.
- Hij zat in 130, maar hij heeft uitgecheckt.He was in 130. He checked out.
- Ik heb uitgecheckt.- No, I checked out.
- Nee, die is wel uitgecheckt.No, he checked out, all right.
- Starlight Motor Lodge. Hij is vanochtend om 10 uur ingecheckt en nog steeds niet uitgecheckt.He checked in at 10:00 a.m. this morning, and he still hasn't checked out.
Afgelopen dinsdag heeft hij bij het Raffles uitgecheckt, maar uit niets blijkt dat hij Singapore heeft verlaten.He checked out of Raffles last Tuesday but there's no record of him leaving Singapore.
Gantry Motel, volgens zijn vriend, Maar hij checkte uit op de avond van de boodschap.Gantry Motel, according to his friend, but the thing is, he checked out the same night he left that message.
Het lijkt of hotel geboekt was met de creditcard, maar hij checkte uit vanmorgen en hij boekte een stadsauto.Looks like there was a hotel booked under the credit card, but he checked out this morning and he booked a town car.
Hij checkte uit zonder het de receptie te melden.So he checked out without telling the front desk.
Huurde een wagen, checkte in, in het Excelsior Hotel, en hij checkte uit vanmorgen vroeg.Rented a car, checked in to the Excelsior Hotel, and then he checked out early this morning.
Nasry checkte uit voor wij er aankwamen.Nasry checked out before we arrived.
Ze checkten uit meteen nadat mevrouw O'Connell langs was geweest.Oh, um, they checked out right after Miss O'Connell came by.
De dokter gaf het me voor als ik uitcheck.The doctor gave it to me for when I check out.
Ik bel hem nu, om te zeggen dat je uitcheckt.I'll wire him now, tell him you check out.
Jullie krijgen alles terug als je uitcheckt.You get everything back when you check out.
Kijk zelf maar hoe laat u uitcheckt.Whenever's fine. Just check out whenever. Yeah, all right.
We hebben alleen de kaart nodig voor controle, we schrijven niet eerder wat af dan dat u uitcheckt, tot die tijd heeft u om dat uit te zoeken.We just need a credit card on file. We won't charge you until check out, so you can figure it out then.
Als hij dat deed, begrijpen we waarom je jezelf uitcheckte.Because if he did, we understand why you threw all your clothes into a suitcase and checked out.
De baliemedewerker zei dat Vicki gewond was en huilde toen ze uitcheckte zaterdagochtend.Desk clerk said Vicky was hurt and had clearly been crying when she checked out Saturday morning.
De detective die het bewijs afgaf realiseerde zich niet dat hij doos een van de twee uitcheckte.The detective that checked out the evidence didn't realize he was checking out box one of two.
De meeste gasten hebben een alibi... behalve congreslid Whitehurst, die eerder weg was... en ene Wallace Sykes, die om zes uur 's ochtends al uitcheckte.I did a quick rundown of the attendees at the banquet. Most are accounted for, except Congressman Whitehurst... who left around 10:30 that night... and a former platoon mate named Wallace Sykes... who checked out unexpectedly around 6:00 a.m. yesterday morning.
De nachtportier was hier toen ze uitcheckte, maar dat is de vrouw die ik zag.The night clerk was here when she checked out, but that is the woman I saw check in, yes.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'check out':

None found.
Learning languages?