Typecasten (to typecast) conjugation

Dutch

Conjugation of typecasten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
typecast
I typecast
typecast
you typecast
typecast
he/she/it typecasts
typecasten
we typecast
typecasten
you all typecast
typecasten
they typecast
Present perfect tense
heb getypecast
I have typecast
hebt getypecast
you have typecast
heeft getypecast
he/she/it has typecast
hebben getypecast
we have typecast
hebben getypecast
you all have typecast
hebben getypecast
they have typecast
Past tense
typecastte
I typecast
typecastte
you typecast
typecastte
he/she/it typecast
typecastten
we typecast
typecastten
you all typecast
typecastten
they typecast
Future tense
zal typecasten
I will typecast
zult typecasten
you will typecast
zal typecasten
he/she/it will typecast
zullen typecasten
we will typecast
zullen typecasten
you all will typecast
zullen typecasten
they will typecast
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou typecasten
I would typecast
zou typecasten
you would typecast
zou typecasten
he/she/it would typecast
zouden typecasten
we would typecast
zouden typecasten
you all would typecast
zouden typecasten
they would typecast
Subjunctive mood
typecaste
I typecast
typecaste
you typecast
typecaste
he/she/it typecast
typecaste
we typecast
typecaste
you all typecast
typecaste
they typecast
Past perfect tense
had getypecast
I had typecast
had getypecast
you had typecast
had getypecast
he/she/it had typecast
hadden getypecast
we had typecast
hadden getypecast
you all had typecast
hadden getypecast
they had typecast
Future perf.
zal getypecast hebben
I will have typecast
zal getypecast hebben
you will have typecast
zal getypecast hebben
he/she/it will have typecast
zullen getypecast hebben
we will have typecast
zullen getypecast hebben
you all will have typecast
zullen getypecast hebben
they will have typecast
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getypecast hebben
I would have typecast
zou getypecast hebben
you would have typecast
zou getypecast hebben
he/she/it would have typecast
zouden getypecast hebben
we would have typecast
zouden getypecast hebben
you all would have typecast
zouden getypecast hebben
they would have typecast
Du
Ihr
Imperative mood
typecast
typecast
typecast
typecast

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

trippelen
toddle
trivialiseren
trivialize
tuffen
do
tuieren
do
tuisen
chant
twitteren
tweet
typen
type
uitbenen
bone
uitbloeien
cease blossoming
uitbotten
bud

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'typecast':

None found.
Learning languages?