Tussenvoegen (to insert) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of tussenvoegen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
voeg tussen
I insert
voegt tussen
you insert
voegt tussen
he/she/it inserts
voegen tussen
we insert
voegen tussen
you all insert
voegen tussen
they insert
Present perfect tense
heb tussengevoegd
I have inserted
hebt tussengevoegd
you have inserted
heeft tussengevoegd
he/she/it has inserted
hebben tussengevoegd
we have inserted
hebben tussengevoegd
you all have inserted
hebben tussengevoegd
they have inserted
Past tense
voegde tussen
I inserted
voegde tussen
you inserted
voegde tussen
he/she/it inserted
voegden tussen
we inserted
voegden tussen
you all inserted
voegden tussen
they inserted
Future tense
zal tussenvoegen
I will insert
zult tussenvoegen
you will insert
zal tussenvoegen
he/she/it will insert
zullen tussenvoegen
we will insert
zullen tussenvoegen
you all will insert
zullen tussenvoegen
they will insert
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tussenvoegen
I would insert
zou tussenvoegen
you would insert
zou tussenvoegen
he/she/it would insert
zouden tussenvoegen
we would insert
zouden tussenvoegen
you all would insert
zouden tussenvoegen
they would insert
Subjunctive mood
voege tussen
I insert
voege tussen
you insert
voege tussen
he/she/it insert
voege tussen
we insert
voege tussen
you all insert
voege tussen
they insert
Past perfect tense
had tussengevoegd
I had inserted
had tussengevoegd
you had inserted
had tussengevoegd
he/she/it had inserted
hadden tussengevoegd
we had inserted
hadden tussengevoegd
you all had inserted
hadden tussengevoegd
they had inserted
Future perf.
zal tussengevoegd hebben
I will have inserted
zal tussengevoegd hebben
you will have inserted
zal tussengevoegd hebben
he/she/it will have inserted
zullen tussengevoegd hebben
we will have inserted
zullen tussengevoegd hebben
you all will have inserted
zullen tussengevoegd hebben
they will have inserted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tussengevoegd hebben
I would have inserted
zou tussengevoegd hebben
you would have inserted
zou tussengevoegd hebben
he/she/it would have inserted
zouden tussengevoegd hebben
we would have inserted
zouden tussengevoegd hebben
you all would have inserted
zouden tussengevoegd hebben
they would have inserted
Present bijzin tense
tussenvoeg
I insert
tussenvoegt
you insert
tussenvoegt
he/she/it inserts
tussenvoegen
we insert
tussenvoegen
you all insert
tussenvoegen
they insert
Past bijzin tense
tussenvoegde
I inserted
tussenvoegde
you inserted
tussenvoegde
he/she/it inserted
tussenvoegden
we inserted
tussenvoegden
you all inserted
tussenvoegden
they inserted
Future bijzin tense
zal tussenvoegen
I will insert
zult tussenvoegen
you will insert
zal tussenvoegen
he/she/it will insert
zullen tussenvoegen
we will insert
zullen tussenvoegen
you all will insert
zullen tussenvoegen
they will insert
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tussenvoegen
I would insert
zou tussenvoegen
you would insert
zou tussenvoegen
he/she/it would insert
zouden tussenvoegen
we would insert
zouden tussenvoegen
you all would insert
zouden tussenvoegen
they would insert
Subjunctive bijzin mood
tussenvoege
I insert
tussenvoege
you insert
tussenvoege
he/she/it insert
tussenvoege
we insert
tussenvoege
you all insert
tussenvoege
they insert
Du
Ihr
Imperative mood
voeg tussen
insert
voegt tussen
insert

Examples of tussenvoegen

Example in DutchTranslation in English
Hij liet ons 50.000 gemerkte biljetten tussenvoegen... in z'n betaling zodat we het geld konden volgen. En zien welke banken witwasten.He allowed us to insert $50,000 of marked, traceable bills into his payment to the Armenians so we could track the loot and see what banks were washing the money.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'insert':

None found.
Learning languages?