Transigeren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of transigeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
transigeer
I do
transigeert
you do
transigeert
he/she/it does
transigeren
we do
transigeren
you all do
transigeren
they do
Present perfect tense
heb getransigeerd
I have done
hebt getransigeerd
you have done
heeft getransigeerd
he/she/it has done
hebben getransigeerd
we have done
hebben getransigeerd
you all have done
hebben getransigeerd
they have done
Past tense
transigeerde
I did
transigeerde
you did
transigeerde
he/she/it did
transigeerden
we did
transigeerden
you all did
transigeerden
they did
Future tense
zal transigeren
I will do
zult transigeren
you will do
zal transigeren
he/she/it will do
zullen transigeren
we will do
zullen transigeren
you all will do
zullen transigeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou transigeren
I would do
zou transigeren
you would do
zou transigeren
he/she/it would do
zouden transigeren
we would do
zouden transigeren
you all would do
zouden transigeren
they would do
Subjunctive mood
transigere
I do
transigere
you do
transigere
he/she/it do
transigere
we do
transigere
you all do
transigere
they do
Past perfect tense
had getransigeerd
I had done
had getransigeerd
you had done
had getransigeerd
he/she/it had done
hadden getransigeerd
we had done
hadden getransigeerd
you all had done
hadden getransigeerd
they had done
Future perf.
zal getransigeerd hebben
I will have done
zal getransigeerd hebben
you will have done
zal getransigeerd hebben
he/she/it will have done
zullen getransigeerd hebben
we will have done
zullen getransigeerd hebben
you all will have done
zullen getransigeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getransigeerd hebben
I would have done
zou getransigeerd hebben
you would have done
zou getransigeerd hebben
he/she/it would have done
zouden getransigeerd hebben
we would have done
zouden getransigeerd hebben
you all would have done
zouden getransigeerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
transigeer
do
transigeert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?