Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Transcenderen (to transcend) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
transcendeer
transcendeert
transcendeert
transcenderen
transcenderen
transcenderen
Present perfect tense
heb getranscendeerd
hebt getranscendeerd
heeft getranscendeerd
hebben getranscendeerd
hebben getranscendeerd
hebben getranscendeerd
Past tense
transcendeerde
transcendeerde
transcendeerde
transcendeerden
transcendeerden
transcendeerden
Future tense
zal transcenderen
zult transcenderen
zal transcenderen
zullen transcenderen
zullen transcenderen
zullen transcenderen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou transcenderen
zou transcenderen
zou transcenderen
zouden transcenderen
zouden transcenderen
zouden transcenderen
Subjunctive mood
transcendere
transcendere
transcendere
transcendere
transcendere
transcendere
Past perfect tense
had getranscendeerd
had getranscendeerd
had getranscendeerd
hadden getranscendeerd
hadden getranscendeerd
hadden getranscendeerd
Future perf.
zal getranscendeerd hebben
zal getranscendeerd hebben
zal getranscendeerd hebben
zullen getranscendeerd hebben
zullen getranscendeerd hebben
zullen getranscendeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getranscendeerd hebben
zou getranscendeerd hebben
zou getranscendeerd hebben
zouden getranscendeerd hebben
zouden getranscendeerd hebben
zouden getranscendeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
transcendeer
transcendeert

Examples of transcenderen

Example in DutchTranslation in English
transcenderen
"Félix wist de kikker te transcenderen."		"Felix has transcended the frog!"
transcendeert
Je dagen zijn net als die van alle andere mensen geteld als je niet transcendeert.		Your time is limited, just like people. If they do not transcend.
Alle grenzen zijn conventies die nog getranscendeerd moeten worden.All boundaries are conventions, waiting to be transcended.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tijgen
stall
toenemen
do
toerollen
do
toetasten
whip
touwen
do
tranen
weep
transcriberen
transcribe
transformeren
transform
transmuteren
transmute
treffen
hit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'transcend':

None found.