Toespitsen (to focus) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of toespitsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spits toe
I focus
spitst toe
you focus
spitst toe
he/she/it focuses
spitsen toe
we focus
spitsen toe
you all focus
spitsen toe
they focus
Present perfect tense
heb toegespitst
I have focused
hebt toegespitst
you have focused
heeft toegespitst
he/she/it has focused
hebben toegespitst
we have focused
hebben toegespitst
you all have focused
hebben toegespitst
they have focused
Past tense
spitste toe
I focused
spitste toe
you focused
spitste toe
he/she/it focused
spitsten toe
we focused
spitsten toe
you all focused
spitsten toe
they focused
Future tense
zal toespitsen
I will focus
zult toespitsen
you will focus
zal toespitsen
he/she/it will focus
zullen toespitsen
we will focus
zullen toespitsen
you all will focus
zullen toespitsen
they will focus
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toespitsen
I would focus
zou toespitsen
you would focus
zou toespitsen
he/she/it would focus
zouden toespitsen
we would focus
zouden toespitsen
you all would focus
zouden toespitsen
they would focus
Subjunctive mood
spitse toe
I focus
spitse toe
you focus
spitse toe
he/she/it focus
spitse toe
we focus
spitse toe
you all focus
spitse toe
they focus
Past perfect tense
had toegespitst
I had focused
had toegespitst
you had focused
had toegespitst
he/she/it had focused
hadden toegespitst
we had focused
hadden toegespitst
you all had focused
hadden toegespitst
they had focused
Future perf.
zal toegespitst hebben
I will have focused
zal toegespitst hebben
you will have focused
zal toegespitst hebben
he/she/it will have focused
zullen toegespitst hebben
we will have focused
zullen toegespitst hebben
you all will have focused
zullen toegespitst hebben
they will have focused
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegespitst hebben
I would have focused
zou toegespitst hebben
you would have focused
zou toegespitst hebben
he/she/it would have focused
zouden toegespitst hebben
we would have focused
zouden toegespitst hebben
you all would have focused
zouden toegespitst hebben
they would have focused
Present bijzin tense
toespits
I focus
toespitst
you focus
toespitst
he/she/it focuses
toespitsen
we focus
toespitsen
you all focus
toespitsen
they focus
Past bijzin tense
toespitste
I focused
toespitste
you focused
toespitste
he/she/it focused
toespitsten
we focused
toespitsten
you all focused
toespitsten
they focused
Future bijzin tense
zal toespitsen
I will focus
zult toespitsen
you will focus
zal toespitsen
he/she/it will focus
zullen toespitsen
we will focus
zullen toespitsen
you all will focus
zullen toespitsen
they will focus
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toespitsen
I would focus
zou toespitsen
you would focus
zou toespitsen
he/she/it would focus
zouden toespitsen
we would focus
zouden toespitsen
you all would focus
zouden toespitsen
they would focus
Subjunctive bijzin mood
toespitse
I focus
toespitse
you focus
toespitse
he/she/it focus
toespitse
we focus
toespitse
you all focus
toespitse
they focus
Du
Ihr
Imperative mood
spits to
focus
spitst t
focus

Examples of toespitsen

Example in DutchTranslation in English
Je moet je toespitsen op je carriere.You need to focus on your career.
Misschien wil je je toespitsen op één bepaald gebied.Now, maybe you want to focus on one certain area...
Nee, om een team te vormen, moeten we onze onbetrouwbaarheid naar anderen toespitsen.No, in order to be a team, we need to focus our duplicity on others.
Om het toespitsen op een punt in de tijd.About focusing on a single point in time.
Op wat voor geweld wil je je toespitsen ?On what type of violence will you focus?
Ik ben toegespitst op dit belachelijk uiterlijk.I'm just so focused on this ridiculous look.
Ik was zo toegespitst op jou en je team, dat je me nog niet met 100 lokvogels had kunnen belazeren.I was so focused on you and your team, you couldn't have conned me with 100 of the best shills.
Jij bent helemaal toegespitst op wie wat heeft gedaan, wie er de baas is, wie er een betere ouder is.You're all focused on who did what, who's in charge, who's a better parent.
Als ik wil dat Dylan zich toespitst op andere dingen, moet ik het minder fascinerend maken.If I want dylan to focus on other things, I really need to make it less intriguing.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'focus':

None found.
Learning languages?