Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Toespelden (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
speld toe
speldt toe
speldt toe
spelden toe
spelden toe
spelden toe
Present perfect tense
heb toegespeld
hebt toegespeld
heeft toegespeld
hebben toegespeld
hebben toegespeld
hebben toegespeld
Past tense
speldde toe
speldde toe
speldde toe
speldden toe
speldden toe
speldden toe
Future tense
zal toespelden
zult toespelden
zal toespelden
zullen toespelden
zullen toespelden
zullen toespelden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toespelden
zou toespelden
zou toespelden
zouden toespelden
zouden toespelden
zouden toespelden
Subjunctive mood
spelde toe
spelde toe
spelde toe
spelde toe
spelde toe
spelde toe
Past perfect tense
had toegespeld
had toegespeld
had toegespeld
hadden toegespeld
hadden toegespeld
hadden toegespeld
Future perf.
zal toegespeld hebben
zal toegespeld hebben
zal toegespeld hebben
zullen toegespeld hebben
zullen toegespeld hebben
zullen toegespeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegespeld hebben
zou toegespeld hebben
zou toegespeld hebben
zouden toegespeld hebben
zouden toegespeld hebben
zouden toegespeld hebben
Present bijzin tense
toespeld
toespeldt
toespeldt
toespelden
toespelden
toespelden
Past bijzin tense
toespeldde
toespeldde
toespeldde
toespeldden
toespeldden
toespeldden
Future bijzin tense
zal toespelden
zult toespelden
zal toespelden
zullen toespelden
zullen toespelden
zullen toespelden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toespelden
zou toespelden
zou toespelden
zouden toespelden
zouden toespelden
zouden toespelden
Subjunctive bijzin mood
toespelde
toespelde
toespelde
toespelde
toespelde
toespelde
Du
Ihr
Imperative mood
speld to
speldt t

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tirasseren
do
toebehoren
belong to
toernooien
do
toeschijnen
appear
toeschreeuwen
shout
toesnoeren
constrict
toespelen
bounce pass
toevliegen
come flying
toevoegen
add
toezingen
sing

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.