Toesnijden (to tailor) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of toesnijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snij toe
I tailor
snijdt toe
you tailor
snijdt toe
he/she/it tailors
snijden toe
we tailor
snijden toe
you all tailor
snijden toe
they tailor
Present perfect tense
heb toegesneden
I have tailored
hebt toegesneden
you have tailored
heeft toegesneden
he/she/it has tailored
hebben toegesneden
we have tailored
hebben toegesneden
you all have tailored
hebben toegesneden
they have tailored
Past tense
sneed toe
I tailored
sneed toe
you tailored
sneed toe
he/she/it tailored
sneden toe
we tailored
sneden toe
you all tailored
sneden toe
they tailored
Future tense
zal toesnijden
I will tailor
zult toesnijden
you will tailor
zal toesnijden
he/she/it will tailor
zullen toesnijden
we will tailor
zullen toesnijden
you all will tailor
zullen toesnijden
they will tailor
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toesnijden
I would tailor
zou toesnijden
you would tailor
zou toesnijden
he/she/it would tailor
zouden toesnijden
we would tailor
zouden toesnijden
you all would tailor
zouden toesnijden
they would tailor
Subjunctive mood
snijde toe
I tailor
snijde toe
you tailor
snijde toe
he/she/it tailor
snijde toe
we tailor
snijde toe
you all tailor
snijde toe
they tailor
Past perfect tense
had toegesneden
I had tailored
had toegesneden
you had tailored
had toegesneden
he/she/it had tailored
hadden toegesneden
we had tailored
hadden toegesneden
you all had tailored
hadden toegesneden
they had tailored
Future perf.
zal toegesneden hebben
I will have tailored
zal toegesneden hebben
you will have tailored
zal toegesneden hebben
he/she/it will have tailored
zullen toegesneden hebben
we will have tailored
zullen toegesneden hebben
you all will have tailored
zullen toegesneden hebben
they will have tailored
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegesneden hebben
I would have tailored
zou toegesneden hebben
you would have tailored
zou toegesneden hebben
he/she/it would have tailored
zouden toegesneden hebben
we would have tailored
zouden toegesneden hebben
you all would have tailored
zouden toegesneden hebben
they would have tailored
Present bijzin tense
toesnij
I tailor
toesnijdt
you tailor
toesnijdt
he/she/it tailors
toesnijden
we tailor
toesnijden
you all tailor
toesnijden
they tailor
Past bijzin tense
toesneed
I tailored
toesneed
you tailored
toesneed
he/she/it tailored
toesneden
we tailored
toesneden
you all tailored
toesneden
they tailored
Future bijzin tense
zal toesnijden
I will tailor
zult toesnijden
you will tailor
zal toesnijden
he/she/it will tailor
zullen toesnijden
we will tailor
zullen toesnijden
you all will tailor
zullen toesnijden
they will tailor
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toesnijden
I would tailor
zou toesnijden
you would tailor
zou toesnijden
he/she/it would tailor
zouden toesnijden
we would tailor
zouden toesnijden
you all would tailor
zouden toesnijden
they would tailor
Subjunctive bijzin mood
toesnijde
I tailor
toesnijde
you tailor
toesnijde
he/she/it tailor
toesnijde
we tailor
toesnijde
you all tailor
toesnijde
they tailor
Du
Ihr
Imperative mood
snij to
tailor
snijdt t
tailor

Examples of toesnijden

Example in DutchTranslation in English
Elk detail van die ruimte had ik toegesneden aan jouw behoeften:I tailored every last detail of that room to your needs:
Speciaal toegesneden op elke deelnemer.Specifically tailored to each participant.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tailor':

None found.
Learning languages?