Toesnauwen (to snap at) conjugation

Dutch

Conjugation of toesnauwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snauw toe
I snap at
snauwt toe
you snap at
snauwt toe
he/she/it snaps at
snauwen toe
we snap at
snauwen toe
you all snap at
snauwen toe
they snap at
Present perfect tense
heb toegesnauwd
I have snapped at
hebt toegesnauwd
you have snapped at
heeft toegesnauwd
he/she/it has snapped at
hebben toegesnauwd
we have snapped at
hebben toegesnauwd
you all have snapped at
hebben toegesnauwd
they have snapped at
Past tense
snauwde toe
I snapped at
snauwde toe
you snapped at
snauwde toe
he/she/it snapped at
snauwden toe
we snapped at
snauwden toe
you all snapped at
snauwden toe
they snapped at
Future tense
zal toesnauwen
I will snap at
zult toesnauwen
you will snap at
zal toesnauwen
he/she/it will snap at
zullen toesnauwen
we will snap at
zullen toesnauwen
you all will snap at
zullen toesnauwen
they will snap at
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toesnauwen
I would snap at
zou toesnauwen
you would snap at
zou toesnauwen
he/she/it would snap at
zouden toesnauwen
we would snap at
zouden toesnauwen
you all would snap at
zouden toesnauwen
they would snap at
Subjunctive mood
snauwe toe
I snap at
snauwe toe
you snap at
snauwe toe
he/she/it snap at
snauwe toe
we snap at
snauwe toe
you all snap at
snauwe toe
they snap at
Past perfect tense
had toegesnauwd
I had snapped at
had toegesnauwd
you had snapped at
had toegesnauwd
he/she/it had snapped at
hadden toegesnauwd
we had snapped at
hadden toegesnauwd
you all had snapped at
hadden toegesnauwd
they had snapped at
Future perf.
zal toegesnauwd hebben
I will have snapped at
zal toegesnauwd hebben
you will have snapped at
zal toegesnauwd hebben
he/she/it will have snapped at
zullen toegesnauwd hebben
we will have snapped at
zullen toegesnauwd hebben
you all will have snapped at
zullen toegesnauwd hebben
they will have snapped at
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegesnauwd hebben
I would have snapped at
zou toegesnauwd hebben
you would have snapped at
zou toegesnauwd hebben
he/she/it would have snapped at
zouden toegesnauwd hebben
we would have snapped at
zouden toegesnauwd hebben
you all would have snapped at
zouden toegesnauwd hebben
they would have snapped at
Present bijzin tense
toesnauw
I snap at
toesnauwt
you snap at
toesnauwt
he/she/it snaps at
toesnauwen
we snap at
toesnauwen
you all snap at
toesnauwen
they snap at
Past bijzin tense
toesnauwde
I snapped at
toesnauwde
you snapped at
toesnauwde
he/she/it snapped at
toesnauwden
we snapped at
toesnauwden
you all snapped at
toesnauwden
they snapped at
Future bijzin tense
zal toesnauwen
I will snap at
zult toesnauwen
you will snap at
zal toesnauwen
he/she/it will snap at
zullen toesnauwen
we will snap at
zullen toesnauwen
you all will snap at
zullen toesnauwen
they will snap at
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toesnauwen
I would snap at
zou toesnauwen
you would snap at
zou toesnauwen
he/she/it would snap at
zouden toesnauwen
we would snap at
zouden toesnauwen
you all would snap at
zouden toesnauwen
they would snap at
Subjunctive bijzin mood
toesnauwe
I snap at
toesnauwe
you snap at
toesnauwe
he/she/it snap at
toesnauwe
we snap at
toesnauwe
you all snap at
toesnauwe
they snap at
Du
Ihr
Imperative mood
snauw to
snap at
snauwt t
snap at

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

toekennen
do
toeleven
do
toelichten
explain
toemetselen
wall up
toeplakken
do
toesmijten
do
toesnellen
hurry
toestromen
throng
toevouwen
do
toewijden
dedicate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'snap at':

None found.
Learning languages?