Toeleveren (to supply) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of toeleveren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lever toe
I supply
levert toe
you supply
levert toe
he/she/it supplies
leveren toe
we supply
leveren toe
you all supply
leveren toe
they supply
Present perfect tense
heb toegeleverd
I have supplied
hebt toegeleverd
you have supplied
heeft toegeleverd
he/she/it has supplied
hebben toegeleverd
we have supplied
hebben toegeleverd
you all have supplied
hebben toegeleverd
they have supplied
Past tense
leverde toe
I supplied
leverde toe
you supplied
leverde toe
he/she/it supplied
leverden toe
we supplied
leverden toe
you all supplied
leverden toe
they supplied
Future tense
zal toeleveren
I will supply
zult toeleveren
you will supply
zal toeleveren
he/she/it will supply
zullen toeleveren
we will supply
zullen toeleveren
you all will supply
zullen toeleveren
they will supply
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toeleveren
I would supply
zou toeleveren
you would supply
zou toeleveren
he/she/it would supply
zouden toeleveren
we would supply
zouden toeleveren
you all would supply
zouden toeleveren
they would supply
Subjunctive mood
levere toe
I supply
levere toe
you supply
levere toe
he/she/it supply
levere toe
we supply
levere toe
you all supply
levere toe
they supply
Past perfect tense
had toegeleverd
I had supplied
had toegeleverd
you had supplied
had toegeleverd
he/she/it had supplied
hadden toegeleverd
we had supplied
hadden toegeleverd
you all had supplied
hadden toegeleverd
they had supplied
Future perf.
zal toegeleverd hebben
I will have supplied
zal toegeleverd hebben
you will have supplied
zal toegeleverd hebben
he/she/it will have supplied
zullen toegeleverd hebben
we will have supplied
zullen toegeleverd hebben
you all will have supplied
zullen toegeleverd hebben
they will have supplied
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegeleverd hebben
I would have supplied
zou toegeleverd hebben
you would have supplied
zou toegeleverd hebben
he/she/it would have supplied
zouden toegeleverd hebben
we would have supplied
zouden toegeleverd hebben
you all would have supplied
zouden toegeleverd hebben
they would have supplied
Present bijzin tense
toelever
I supply
toelevert
you supply
toelevert
he/she/it supplies
toeleveren
we supply
toeleveren
you all supply
toeleveren
they supply
Past bijzin tense
toeleverde
I supplied
toeleverde
you supplied
toeleverde
he/she/it supplied
toeleverden
we supplied
toeleverden
you all supplied
toeleverden
they supplied
Future bijzin tense
zal toeleveren
I will supply
zult toeleveren
you will supply
zal toeleveren
he/she/it will supply
zullen toeleveren
we will supply
zullen toeleveren
you all will supply
zullen toeleveren
they will supply
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toeleveren
I would supply
zou toeleveren
you would supply
zou toeleveren
he/she/it would supply
zouden toeleveren
we would supply
zouden toeleveren
you all would supply
zouden toeleveren
they would supply
Subjunctive bijzin mood
toelevere
I supply
toelevere
you supply
toelevere
he/she/it supply
toelevere
we supply
toelevere
you all supply
toelevere
they supply
Du
Ihr
Imperative mood
lever to
supply
levert t
supply

Examples of toeleveren

Example in DutchTranslation in English
6 diamantairs in Manhattan worden toegeleverd door Ram's Waterleveringen.Six diamond stores in Manhattan are supplied by Ram's Water Delivery.
Maar sta jij niet meer aan de toelever kant van de misdaad?But aren't you more on the supply side of crime?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'supply':

None found.
Learning languages?