Toeknikken (to nod) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of toeknikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knik toe
I nod
knikt toe
you nod
knikt toe
he/she/it nods
knikken toe
we nod
knikken toe
you all nod
knikken toe
they nod
Present perfect tense
heb toegeknikt
I have nodded
hebt toegeknikt
you have nodded
heeft toegeknikt
he/she/it has nodded
hebben toegeknikt
we have nodded
hebben toegeknikt
you all have nodded
hebben toegeknikt
they have nodded
Past tense
knikte toe
I nodded
knikte toe
you nodded
knikte toe
he/she/it nodded
knikten toe
we nodded
knikten toe
you all nodded
knikten toe
they nodded
Future tense
zal toeknikken
I will nod
zult toeknikken
you will nod
zal toeknikken
he/she/it will nod
zullen toeknikken
we will nod
zullen toeknikken
you all will nod
zullen toeknikken
they will nod
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toeknikken
I would nod
zou toeknikken
you would nod
zou toeknikken
he/she/it would nod
zouden toeknikken
we would nod
zouden toeknikken
you all would nod
zouden toeknikken
they would nod
Subjunctive mood
knikke toe
I nod
knikke toe
you nod
knikke toe
he/she/it nod
knikke toe
we nod
knikke toe
you all nod
knikke toe
they nod
Past perfect tense
had toegeknikt
I had nodded
had toegeknikt
you had nodded
had toegeknikt
he/she/it had nodded
hadden toegeknikt
we had nodded
hadden toegeknikt
you all had nodded
hadden toegeknikt
they had nodded
Future perf.
zal toegeknikt hebben
I will have nodded
zal toegeknikt hebben
you will have nodded
zal toegeknikt hebben
he/she/it will have nodded
zullen toegeknikt hebben
we will have nodded
zullen toegeknikt hebben
you all will have nodded
zullen toegeknikt hebben
they will have nodded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegeknikt hebben
I would have nodded
zou toegeknikt hebben
you would have nodded
zou toegeknikt hebben
he/she/it would have nodded
zouden toegeknikt hebben
we would have nodded
zouden toegeknikt hebben
you all would have nodded
zouden toegeknikt hebben
they would have nodded
Present bijzin tense
toeknik
I nod
toeknikt
you nod
toeknikt
he/she/it nods
toeknikken
we nod
toeknikken
you all nod
toeknikken
they nod
Past bijzin tense
toeknikte
I nodded
toeknikte
you nodded
toeknikte
he/she/it nodded
toeknikten
we nodded
toeknikten
you all nodded
toeknikten
they nodded
Future bijzin tense
zal toeknikken
I will nod
zult toeknikken
you will nod
zal toeknikken
he/she/it will nod
zullen toeknikken
we will nod
zullen toeknikken
you all will nod
zullen toeknikken
they will nod
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toeknikken
I would nod
zou toeknikken
you would nod
zou toeknikken
he/she/it would nod
zouden toeknikken
we would nod
zouden toeknikken
you all would nod
zouden toeknikken
they would nod
Subjunctive bijzin mood
toeknikke
I nod
toeknikke
you nod
toeknikke
he/she/it nod
toeknikke
we nod
toeknikke
you all nod
toeknikke
they nod
Du
Ihr
Imperative mood
knik to
nod
knikt t
nod

Examples of toeknikken

Example in DutchTranslation in English
Iemand die hem toeknikt, als hij het over gerechtigheid heeft.Someone to nod when he talks about justice.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

toeknijpen
squint

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

terugvertalen
put back
tiktakken
do
tinken
do
toedammen
do
toegrijpen
enable access
toeknijpen
squint
toeknopen
do
toemetselen
wall up
toeschouwen
watch
toeschreeuwen
shout

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'nod':

None found.
Learning languages?