Toegaan (to happen) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of toegaan

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ga toe
I happen
gaat toe
you happen
gaat toe
he/she/it happens
gaan toe
we happen
gaan toe
you all happen
gaan toe
they happen
Present perfect tense
ben toegegaan
I have happened
bent toegegaan
you have happened
is toegegaan
he/she/it has happened
zijn toegegaan
we have happened
zijn toegegaan
you all have happened
zijn toegegaan
they have happened
Past tense
ging toe
I happened
ging toe
you happened
ging toe
he/she/it happened
gingen toe
we happened
gingen toe
you all happened
gingen toe
they happened
Future tense
zal toegaan
I will happen
zult toegaan
you will happen
zal toegaan
he/she/it will happen
zullen toegaan
we will happen
zullen toegaan
you all will happen
zullen toegaan
they will happen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toegaan
I would happen
zou toegaan
you would happen
zou toegaan
he/she/it would happen
zouden toegaan
we would happen
zouden toegaan
you all would happen
zouden toegaan
they would happen
Subjunctive mood
ga toe
I happen
ga toe
you happen
ga toe
he/she/it happen
ga toe
we happen
ga toe
you all happen
ga toe
they happen
Past perfect tense
was toegegaan
I had happened
was toegegaan
you had happened
was toegegaan
he/she/it had happened
waren toegegaan
we had happened
waren toegegaan
you all had happened
waren toegegaan
they had happened
Future perf.
zal toegegaan zijn
I will have happened
zal toegegaan zijn
you will have happened
zal toegegaan zijn
he/she/it will have happened
zullen toegegaan zijn
we will have happened
zullen toegegaan zijn
you all will have happened
zullen toegegaan zijn
they will have happened
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegegaan zijn
I would have happened
zou toegegaan zijn
you would have happened
zou toegegaan zijn
he/she/it would have happened
zouden toegegaan zijn
we would have happened
zouden toegegaan zijn
you all would have happened
zouden toegegaan zijn
they would have happened
Present bijzin tense
toega
I happen
toegaat
you happen
toegaat
he/she/it happens
toegaan
we happen
toegaan
you all happen
toegaan
they happen
Past bijzin tense
toeging
I happened
toeging
you happened
toeging
he/she/it happened
toegingen
we happened
toegingen
you all happened
toegingen
they happened
Future bijzin tense
zal toegaan
I will happen
zult toegaan
you will happen
zal toegaan
he/she/it will happen
zullen toegaan
we will happen
zullen toegaan
you all will happen
zullen toegaan
they will happen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toegaan
I would happen
zou toegaan
you would happen
zou toegaan
he/she/it would happen
zouden toegaan
we would happen
zouden toegaan
you all would happen
zouden toegaan
they would happen
Subjunctive bijzin mood
toega
I happen
toega
you happen
toega
he/she/it happen
toega
we happen
toega
you all happen
toega
they happen
Du
Ihr
Imperative mood
ga to
happen
gaat t
happen

Examples of toegaan

Example in DutchTranslation in English
Als het hier al misgaat... hoe zou het dan toegaan in Euro Itchy Scratchy Land?- Man, if this is happening here... I hate to think what's happening in Euro Itchy and Scratchy Land.
Als wij naar hen toegaan, kunnen ze mij misschien helpen te herinneren wat er met mama is gebeurd.If we journey to them, maybe they can help me remember What happened to mother.
Dat ik op de afstandsbediening ging liggen... en op deze zender sprong waar ik die... man zag die voor mirakels zorgt... en die in Florida woont, daar waar Leonard en zijn moeder binnenkort naar toegaan.That I just happened to lay on that clicker... and change to that channel and see that miracle man... who just happens to live in Florida... where Leonard and his mom just happen to be going as we speak?
Ik heb aan die ademoefeningen gewerkt Ik voel me beter, dus ben ik naar ze toegegaan en we hadden een lang gesprek. En we gaan ons excuses aanbieden aan het publiek.- I've been working on those breathing techniques, and I feel better, so I went to them, and we had a long heart-to-heart, and we are going to issue a public apology for what happened,
Francis heeft je toevallig niet verteld, waar hij naar zijn werk toegaat?Francis didn't happen to tell you where he was going after work, did he?
Geen zoete broodjes van hoe het hier eraan toegaat.Not of disfarçadas lies on what it happens this way.
Ik weet hoe het er daar aan toegaat.I'd read the papers, sir. I knew what happened there.
U weet wel hoe het daar toegaat.You know what happens on the floor there.
Ik zei dat ik er zelf naar toeging.And I said I happened to be going there myself.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meegaan
join

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tinkelen
tinkle
tippen
touch
toebedelen
allocate
toebidden
do
toefluisteren
whisper
toegeven
give in
toekomen
forward
toenijpen
do
toereiken
suffice
toeroepen
call out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'happen':

None found.
Learning languages?