Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terugzakken (to back pockets) conjugation

Dutch

Conjugation of terugzakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zak terug
I back pockets
zakt terug
you back pockets
zakt terug
he/she/it backs pockets
zakken terug
we back pockets
zakken terug
you all back pockets
zakken terug
they back pockets
Present perfect tense
ben teruggezakt
I have backed pockets
bent teruggezakt
you have backed pockets
is teruggezakt
he/she/it has backed pockets
zijn teruggezakt
we have backed pockets
zijn teruggezakt
you all have backed pockets
zijn teruggezakt
they have backed pockets
Past tense
zakte terug
I backed pockets
zakte terug
you backed pockets
zakte terug
he/she/it backed pockets
zakten terug
we backed pockets
zakten terug
you all backed pockets
zakten terug
they backed pockets
Future tense
zal terugzakken
I will back pockets
zult terugzakken
you will back pockets
zal terugzakken
he/she/it will back pockets
zullen terugzakken
we will back pockets
zullen terugzakken
you all will back pockets
zullen terugzakken
they will back pockets
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugzakken
I would back pockets
zou terugzakken
you would back pockets
zou terugzakken
he/she/it would back pockets
zouden terugzakken
we would back pockets
zouden terugzakken
you all would back pockets
zouden terugzakken
they would back pockets
Subjunctive mood
zakke terug
I back pockets
zakke terug
you back pockets
zakke terug
he/she/it back pockets
zakke terug
we back pockets
zakke terug
you all back pockets
zakke terug
they back pockets
Past perfect tense
was teruggezakt
I had backed pockets
was teruggezakt
you had backed pockets
was teruggezakt
he/she/it had backed pockets
waren teruggezakt
we had backed pockets
waren teruggezakt
you all had backed pockets
waren teruggezakt
they had backed pockets
Future perf.
zal teruggezakt zijn
I will have backed pockets
zal teruggezakt zijn
you will have backed pockets
zal teruggezakt zijn
he/she/it will have backed pockets
zullen teruggezakt zijn
we will have backed pockets
zullen teruggezakt zijn
you all will have backed pockets
zullen teruggezakt zijn
they will have backed pockets
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggezakt zijn
I would have backed pockets
zou teruggezakt zijn
you would have backed pockets
zou teruggezakt zijn
he/she/it would have backed pockets
zouden teruggezakt zijn
we would have backed pockets
zouden teruggezakt zijn
you all would have backed pockets
zouden teruggezakt zijn
they would have backed pockets
Present bijzin tense
terugzak
I back pockets
terugzakt
you back pockets
terugzakt
he/she/it backs pockets
terugzakken
we back pockets
terugzakken
you all back pockets
terugzakken
they back pockets
Past bijzin tense
terugzakte
I backed pockets
terugzakte
you backed pockets
terugzakte
he/she/it backed pockets
terugzakten
we backed pockets
terugzakten
you all backed pockets
terugzakten
they backed pockets
Future bijzin tense
zal terugzakken
I will back pockets
zult terugzakken
you will back pockets
zal terugzakken
he/she/it will back pockets
zullen terugzakken
we will back pockets
zullen terugzakken
you all will back pockets
zullen terugzakken
they will back pockets
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugzakken
I would back pockets
zou terugzakken
you would back pockets
zou terugzakken
he/she/it would back pockets
zouden terugzakken
we would back pockets
zouden terugzakken
you all would back pockets
zouden terugzakken
they would back pockets
Subjunctive bijzin mood
terugzakke
I back pockets
terugzakke
you back pockets
terugzakke
he/she/it back pockets
terugzakke
we back pockets
terugzakke
you all back pockets
terugzakke
they back pockets
Du
Ihr
Imperative mood
zak terug
back pockets
zakt terug
back pockets

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

terugpakken
back packs
terugzinken
sink back
terugzoeken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

terugreizen
return journeys
terugschieten
return fire
terugslaan
hit back
terugsnoeien
do
terugtrappen
back stairs
terugvliegen
fly back
terugwinnen
win back
terugzeggen
answer back
tetteren
holler
thuiszitten
be at home

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'back pockets':

None found.