Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terugkrabbelen (to back out) conjugation

Dutch
16 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
krabbel terug
krabbelt terug
krabbelt terug
krabbelen terug
krabbelen terug
krabbelen terug
Present perfect tense
ben teruggekrabbeld
bent teruggekrabbeld
is teruggekrabbeld
zijn teruggekrabbeld
zijn teruggekrabbeld
zijn teruggekrabbeld
Past tense
krabbelde terug
krabbelde terug
krabbelde terug
krabbelden terug
krabbelden terug
krabbelden terug
Future tense
zal terugkrabbelen
zult terugkrabbelen
zal terugkrabbelen
zullen terugkrabbelen
zullen terugkrabbelen
zullen terugkrabbelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugkrabbelen
zou terugkrabbelen
zou terugkrabbelen
zouden terugkrabbelen
zouden terugkrabbelen
zouden terugkrabbelen
Subjunctive mood
krabbele terug
krabbele terug
krabbele terug
krabbele terug
krabbele terug
krabbele terug
Past perfect tense
was teruggekrabbeld
was teruggekrabbeld
was teruggekrabbeld
waren teruggekrabbeld
waren teruggekrabbeld
waren teruggekrabbeld
Future perf.
zal teruggekrabbeld zijn
zal teruggekrabbeld zijn
zal teruggekrabbeld zijn
zullen teruggekrabbeld zijn
zullen teruggekrabbeld zijn
zullen teruggekrabbeld zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggekrabbeld zijn
zou teruggekrabbeld zijn
zou teruggekrabbeld zijn
zouden teruggekrabbeld zijn
zouden teruggekrabbeld zijn
zouden teruggekrabbeld zijn
Present bijzin tense
terugkrabbel
terugkrabbelt
terugkrabbelt
terugkrabbelen
terugkrabbelen
terugkrabbelen
Past bijzin tense
terugkrabbelde
terugkrabbelde
terugkrabbelde
terugkrabbelden
terugkrabbelden
terugkrabbelden
Future bijzin tense
zal terugkrabbelen
zult terugkrabbelen
zal terugkrabbelen
zullen terugkrabbelen
zullen terugkrabbelen
zullen terugkrabbelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugkrabbelen
zou terugkrabbelen
zou terugkrabbelen
zouden terugkrabbelen
zouden terugkrabbelen
zouden terugkrabbelen
Subjunctive bijzin mood
terugkrabbele
terugkrabbele
terugkrabbele
terugkrabbele
terugkrabbele
terugkrabbele
Du
Ihr
Imperative mood
krabbel terug
krabbelt terug

Examples of terugkrabbelen

Example in DutchTranslation in English
-O nee, nu niet terugkrabbelen.Come on, you are not going to back out now?
Ik ga niet terugkrabbelen.I'm not gonna back out of that.
Ik kan nu niet meer terugkrabbelen.- Well, I can't back out now.
Ik moet een manier vinden om heel Brooklyn te laten weten dat ik jullie liaison goedkeur... op een manier dat Gino... op een manier dat Gino niet kan terugkrabbelen.I gotta find a way to let all of Brooklyn know that I approve of your liaison... a way that Gino can... a way that Gino can't back out of.
Je gaat toch niet terugkrabbelen?You're not trying to back out are you?
En jij krabbelt terug omwille van deze vrouw van lage afkomst.And you back out because of this lowly woman!
Eén: hij is teruggekrabbeld.They backed out.
Ik ben nooit teruggekrabbeld.I've never backed out.
-Ja. We hadden een bod, maar de koper krabbelde terug.We had an offer, but the buyer backed out.
Maar ik krabbelde terug.But I backed out.
Ik ben er zelf ook niet blij mee maar als ik nu terugkrabbel verlies ik mijn kans om terug te keren naar Lallybroch als een vrij man.I'm not feeling blithe about it, myself, but if I back out now, I'll lose my chance to return to Lallybroch a free man.
Als je terugkrabbelt krijg je nooit meer wat.If you back out, you're cut off for good.
Plus, als je nu terugkrabbelt, wordt zij de koningin.Plus, if you back out now, she becomes the queen.
Waarom versier je me eerst, als je daarna terugkrabbelt.So what you act like tings is gonna run for then back out?
Omdat Madeline terugkrabbelde.Because Madeline backed out.
Tot, Hernandez terugkrabbelde.Until Hernandez backed out.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

taxeren
appraise
teren
tar
teruggooien
discard
terugkijken
look back
terugkomen
return
terugkoppelen
feedback
terugkrijgen
get back
terugschieten
return fire
terugspoelen
rewind
terugstorten
repay

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'back out':

None found.