Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Teruggooien (to discard) conjugation

Dutch

Conjugation of teruggooien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gooi terug
I discard
gooit terug
you discard
gooit terug
he/she/it discards
gooien terug
we discard
gooien terug
you all discard
gooien terug
they discard
Present perfect tense
heb teruggegooid
I have discarded
hebt teruggegooid
you have discarded
heeft teruggegooid
he/she/it has discarded
hebben teruggegooid
we have discarded
hebben teruggegooid
you all have discarded
hebben teruggegooid
they have discarded
Past tense
gooide terug
I discarded
gooide terug
you discarded
gooide terug
he/she/it discarded
gooiden terug
we discarded
gooiden terug
you all discarded
gooiden terug
they discarded
Future tense
zal teruggooien
I will discard
zult teruggooien
you will discard
zal teruggooien
he/she/it will discard
zullen teruggooien
we will discard
zullen teruggooien
you all will discard
zullen teruggooien
they will discard
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou teruggooien
I would discard
zou teruggooien
you would discard
zou teruggooien
he/she/it would discard
zouden teruggooien
we would discard
zouden teruggooien
you all would discard
zouden teruggooien
they would discard
Subjunctive mood
gooie terug
I discard
gooie terug
you discard
gooie terug
he/she/it discard
gooie terug
we discard
gooie terug
you all discard
gooie terug
they discard
Past perfect tense
had teruggegooid
I had discarded
had teruggegooid
you had discarded
had teruggegooid
he/she/it had discarded
hadden teruggegooid
we had discarded
hadden teruggegooid
you all had discarded
hadden teruggegooid
they had discarded
Future perf.
zal teruggegooid hebben
I will have discarded
zal teruggegooid hebben
you will have discarded
zal teruggegooid hebben
he/she/it will have discarded
zullen teruggegooid hebben
we will have discarded
zullen teruggegooid hebben
you all will have discarded
zullen teruggegooid hebben
they will have discarded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggegooid hebben
I would have discarded
zou teruggegooid hebben
you would have discarded
zou teruggegooid hebben
he/she/it would have discarded
zouden teruggegooid hebben
we would have discarded
zouden teruggegooid hebben
you all would have discarded
zouden teruggegooid hebben
they would have discarded
Present bijzin tense
teruggooi
I discard
teruggooit
you discard
teruggooit
he/she/it discards
teruggooien
we discard
teruggooien
you all discard
teruggooien
they discard
Past bijzin tense
teruggooide
I discarded
teruggooide
you discarded
teruggooide
he/she/it discarded
teruggooiden
we discarded
teruggooiden
you all discarded
teruggooiden
they discarded
Future bijzin tense
zal teruggooien
I will discard
zult teruggooien
you will discard
zal teruggooien
he/she/it will discard
zullen teruggooien
we will discard
zullen teruggooien
you all will discard
zullen teruggooien
they will discard
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou teruggooien
I would discard
zou teruggooien
you would discard
zou teruggooien
he/she/it would discard
zouden teruggooien
we would discard
zouden teruggooien
you all would discard
zouden teruggooien
they would discard
Subjunctive bijzin mood
teruggooie
I discard
teruggooie
you discard
teruggooie
he/she/it discard
teruggooie
we discard
teruggooie
you all discard
teruggooie
they discard
Du
Ihr
Imperative mood
gooi terug
discard
gooit terug
discard

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

syncen
sync
tempeesten
do
tempen
do
tentoonstellen
demonstrate
terugbekomen
back obtain
teruggeven
return
teruggrijpen
revert
terugreizen
return journeys
terugstellen
reset
terugstoten
recoil

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'discard':

None found.