Terugbuigen (to bend back) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of terugbuigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
buig terug
I bend back
buigt terug
you bend back
buigt terug
he/she/it bends back
buigen terug
we bend back
buigen terug
you all bend back
buigen terug
they bend back
Present perfect tense
heb teruggebogen
I have bent back
hebt teruggebogen
you have bent back
heeft teruggebogen
he/she/it has bent back
hebben teruggebogen
we have bent back
hebben teruggebogen
you all have bent back
hebben teruggebogen
they have bent back
Past tense
boog terug
I bent back
boog terug
you bent back
boog terug
he/she/it bent back
bogen terug
we bent back
bogen terug
you all bent back
bogen terug
they bent back
Future tense
zal terugbuigen
I will bend back
zult terugbuigen
you will bend back
zal terugbuigen
he/she/it will bend back
zullen terugbuigen
we will bend back
zullen terugbuigen
you all will bend back
zullen terugbuigen
they will bend back
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugbuigen
I would bend back
zou terugbuigen
you would bend back
zou terugbuigen
he/she/it would bend back
zouden terugbuigen
we would bend back
zouden terugbuigen
you all would bend back
zouden terugbuigen
they would bend back
Subjunctive mood
buige terug
I bend back
buige terug
you bend back
buige terug
he/she/it bend back
buige terug
we bend back
buige terug
you all bend back
buige terug
they bend back
Past perfect tense
had teruggebogen
I had bent back
had teruggebogen
you had bent back
had teruggebogen
he/she/it had bent back
hadden teruggebogen
we had bent back
hadden teruggebogen
you all had bent back
hadden teruggebogen
they had bent back
Future perf.
zal teruggebogen hebben
I will have bent back
zal teruggebogen hebben
you will have bent back
zal teruggebogen hebben
he/she/it will have bent back
zullen teruggebogen hebben
we will have bent back
zullen teruggebogen hebben
you all will have bent back
zullen teruggebogen hebben
they will have bent back
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggebogen hebben
I would have bent back
zou teruggebogen hebben
you would have bent back
zou teruggebogen hebben
he/she/it would have bent back
zouden teruggebogen hebben
we would have bent back
zouden teruggebogen hebben
you all would have bent back
zouden teruggebogen hebben
they would have bent back
Present bijzin tense
terugbuig
I bend back
terugbuigt
you bend back
terugbuigt
he/she/it bends back
terugbuigen
we bend back
terugbuigen
you all bend back
terugbuigen
they bend back
Past bijzin tense
terugboog
I bent back
terugboog
you bent back
terugboog
he/she/it bent back
terugbogen
we bent back
terugbogen
you all bent back
terugbogen
they bent back
Future bijzin tense
zal terugbuigen
I will bend back
zult terugbuigen
you will bend back
zal terugbuigen
he/she/it will bend back
zullen terugbuigen
we will bend back
zullen terugbuigen
you all will bend back
zullen terugbuigen
they will bend back
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugbuigen
I would bend back
zou terugbuigen
you would bend back
zou terugbuigen
he/she/it would bend back
zouden terugbuigen
we would bend back
zouden terugbuigen
you all would bend back
zouden terugbuigen
they would bend back
Subjunctive bijzin mood
terugbuige
I bend back
terugbuige
you bend back
terugbuige
he/she/it bend back
terugbuige
we bend back
terugbuige
you all bend back
terugbuige
they bend back
Du
Ihr
Imperative mood
buig terug
bend back
buigt terug
bend back

Examples of terugbuigen

Example in DutchTranslation in English
Alle vier de benen teruggebogen.All four legs bent back.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

surplacen
do
tabernakelen
do
tegelzetten
do
terechthelpen
find help
terneervallen
do
terugbrengen
take back
terugdeinzen
recoil
terugdoen
reward
teruglezen
read back
terugplaatsen
replace

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bend back':

None found.
Learning languages?