Tegenstreven (to resist) conjugation

Dutch

Conjugation of tegenstreven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
streef tegen
I resist
streeft tegen
you resist
streeft tegen
he/she/it resists
streven tegen
we resist
streven tegen
you all resist
streven tegen
they resist
Present perfect tense
heb tegengestreefd
I have resisted
hebt tegengestreefd
you have resisted
heeft tegengestreefd
he/she/it has resisted
hebben tegengestreefd
we have resisted
hebben tegengestreefd
you all have resisted
hebben tegengestreefd
they have resisted
Past tense
streefde tegen
I resisted
streefde tegen
you resisted
streefde tegen
he/she/it resisted
streefden tegen
we resisted
streefden tegen
you all resisted
streefden tegen
they resisted
Future tense
zal tegenstreven
I will resist
zult tegenstreven
you will resist
zal tegenstreven
he/she/it will resist
zullen tegenstreven
we will resist
zullen tegenstreven
you all will resist
zullen tegenstreven
they will resist
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tegenstreven
I would resist
zou tegenstreven
you would resist
zou tegenstreven
he/she/it would resist
zouden tegenstreven
we would resist
zouden tegenstreven
you all would resist
zouden tegenstreven
they would resist
Subjunctive mood
streve tegen
I resist
streve tegen
you resist
streve tegen
he/she/it resist
streve tegen
we resist
streve tegen
you all resist
streve tegen
they resist
Past perfect tense
had tegengestreefd
I had resisted
had tegengestreefd
you had resisted
had tegengestreefd
he/she/it had resisted
hadden tegengestreefd
we had resisted
hadden tegengestreefd
you all had resisted
hadden tegengestreefd
they had resisted
Future perf.
zal tegengestreefd hebben
I will have resisted
zal tegengestreefd hebben
you will have resisted
zal tegengestreefd hebben
he/she/it will have resisted
zullen tegengestreefd hebben
we will have resisted
zullen tegengestreefd hebben
you all will have resisted
zullen tegengestreefd hebben
they will have resisted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tegengestreefd hebben
I would have resisted
zou tegengestreefd hebben
you would have resisted
zou tegengestreefd hebben
he/she/it would have resisted
zouden tegengestreefd hebben
we would have resisted
zouden tegengestreefd hebben
you all would have resisted
zouden tegengestreefd hebben
they would have resisted
Present bijzin tense
tegenstreef
I resist
tegenstreeft
you resist
tegenstreeft
he/she/it resists
tegenstreven
we resist
tegenstreven
you all resist
tegenstreven
they resist
Past bijzin tense
tegenstreefde
I resisted
tegenstreefde
you resisted
tegenstreefde
he/she/it resisted
tegenstreefden
we resisted
tegenstreefden
you all resisted
tegenstreefden
they resisted
Future bijzin tense
zal tegenstreven
I will resist
zult tegenstreven
you will resist
zal tegenstreven
he/she/it will resist
zullen tegenstreven
we will resist
zullen tegenstreven
you all will resist
zullen tegenstreven
they will resist
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tegenstreven
I would resist
zou tegenstreven
you would resist
zou tegenstreven
he/she/it would resist
zouden tegenstreven
we would resist
zouden tegenstreven
you all would resist
zouden tegenstreven
they would resist
Subjunctive bijzin mood
tegenstreve
I resist
tegenstreve
you resist
tegenstreve
he/she/it resist
tegenstreve
we resist
tegenstreve
you all resist
tegenstreve
they resist
Du
Ihr
Imperative mood
streef tegen
resist
streeft tegen
resist

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

sullen
do
sympathiseren
symbolize
tasten
touch
tegenpraten
answer back
tegenstemmen
vote against
tegenstribbelen
resist
tegenwerpen
object
tempelen
do
tenietgaan
dwindle
teren
tar

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'resist':

None found.
Learning languages?