Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Tegensteken (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of tegensteken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
steek tegen
I do
steekt tegen
you do
steekt tegen
he/she/it does
steken tegen
we do
steken tegen
you all do
steken tegen
they do
Present perfect tense
heb tegengestoken
I have done
hebt tegengestoken
you have done
heeft tegengestoken
he/she/it has done
hebben tegengestoken
we have done
hebben tegengestoken
you all have done
hebben tegengestoken
they have done
Past tense
stak tegen
I did
stak tegen
you did
stak tegen
he/she/it did
staken tegen
we did
staken tegen
you all did
staken tegen
they did
Future tense
zal tegensteken
I will do
zult tegensteken
you will do
zal tegensteken
he/she/it will do
zullen tegensteken
we will do
zullen tegensteken
you all will do
zullen tegensteken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tegensteken
I would do
zou tegensteken
you would do
zou tegensteken
he/she/it would do
zouden tegensteken
we would do
zouden tegensteken
you all would do
zouden tegensteken
they would do
Subjunctive mood
steke tegen
I do
steke tegen
you do
steke tegen
he/she/it do
steke tegen
we do
steke tegen
you all do
steke tegen
they do
Past perfect tense
had tegengestoken
I had done
had tegengestoken
you had done
had tegengestoken
he/she/it had done
hadden tegengestoken
we had done
hadden tegengestoken
you all had done
hadden tegengestoken
they had done
Future perf.
zal tegengestoken hebben
I will have done
zal tegengestoken hebben
you will have done
zal tegengestoken hebben
he/she/it will have done
zullen tegengestoken hebben
we will have done
zullen tegengestoken hebben
you all will have done
zullen tegengestoken hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tegengestoken hebben
I would have done
zou tegengestoken hebben
you would have done
zou tegengestoken hebben
he/she/it would have done
zouden tegengestoken hebben
we would have done
zouden tegengestoken hebben
you all would have done
zouden tegengestoken hebben
they would have done
Present bijzin tense
tegensteek
I do
tegensteekt
you do
tegensteekt
he/she/it does
tegensteken
we do
tegensteken
you all do
tegensteken
they do
Past bijzin tense
tegenstak
I did
tegenstak
you did
tegenstak
he/she/it did
tegenstaken
we did
tegenstaken
you all did
tegenstaken
they did
Future bijzin tense
zal tegensteken
I will do
zult tegensteken
you will do
zal tegensteken
he/she/it will do
zullen tegensteken
we will do
zullen tegensteken
you all will do
zullen tegensteken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tegensteken
I would do
zou tegensteken
you would do
zou tegensteken
he/she/it would do
zouden tegensteken
we would do
zouden tegensteken
you all would do
zouden tegensteken
they would do
Subjunctive bijzin mood
tegensteke
I do
tegensteke
you do
tegensteke
he/she/it do
tegensteke
we do
tegensteke
you all do
tegensteke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
steek tegen
do
steekt tegen
do

Examples of tegensteken

Example in DutchTranslation in English
...en wat er ook gebeurd, maak je schooltijd af, zelfs al denk je dat het tegensteekt, en je het niet meer weet als je er niet meer tegen kan, maak je schooltijd af....and whatever happens, you finish school, even if you think it sucks, and you don't know if you can take it anymore, you just finish school.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

tegensturen
send

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

stukschieten
piece shooting
switchen
switch
takken
do
tegenlachen
smile at
tegenstaan
resist
tegenstemmen
vote against
tennissen
tennis
tentamineren
do
terechtstaan
stand trial
terechtstellen
execute

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.