Tegensputteren (to protest) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of tegensputteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sputter tegen
I protest
sputtert tegen
you protest
sputtert tegen
he/she/it protests
sputteren tegen
we protest
sputteren tegen
you all protest
sputteren tegen
they protest
Present perfect tense
heb tegengesputterd
I have protested
hebt tegengesputterd
you have protested
heeft tegengesputterd
he/she/it has protested
hebben tegengesputterd
we have protested
hebben tegengesputterd
you all have protested
hebben tegengesputterd
they have protested
Past tense
sputterde tegen
I protested
sputterde tegen
you protested
sputterde tegen
he/she/it protested
sputterden tegen
we protested
sputterden tegen
you all protested
sputterden tegen
they protested
Future tense
zal tegensputteren
I will protest
zult tegensputteren
you will protest
zal tegensputteren
he/she/it will protest
zullen tegensputteren
we will protest
zullen tegensputteren
you all will protest
zullen tegensputteren
they will protest
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tegensputteren
I would protest
zou tegensputteren
you would protest
zou tegensputteren
he/she/it would protest
zouden tegensputteren
we would protest
zouden tegensputteren
you all would protest
zouden tegensputteren
they would protest
Subjunctive mood
sputtere tegen
I protest
sputtere tegen
you protest
sputtere tegen
he/she/it protest
sputtere tegen
we protest
sputtere tegen
you all protest
sputtere tegen
they protest
Past perfect tense
had tegengesputterd
I had protested
had tegengesputterd
you had protested
had tegengesputterd
he/she/it had protested
hadden tegengesputterd
we had protested
hadden tegengesputterd
you all had protested
hadden tegengesputterd
they had protested
Future perf.
zal tegengesputterd hebben
I will have protested
zal tegengesputterd hebben
you will have protested
zal tegengesputterd hebben
he/she/it will have protested
zullen tegengesputterd hebben
we will have protested
zullen tegengesputterd hebben
you all will have protested
zullen tegengesputterd hebben
they will have protested
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tegengesputterd hebben
I would have protested
zou tegengesputterd hebben
you would have protested
zou tegengesputterd hebben
he/she/it would have protested
zouden tegengesputterd hebben
we would have protested
zouden tegengesputterd hebben
you all would have protested
zouden tegengesputterd hebben
they would have protested
Present bijzin tense
tegensputter
I protest
tegensputtert
you protest
tegensputtert
he/she/it protests
tegensputteren
we protest
tegensputteren
you all protest
tegensputteren
they protest
Past bijzin tense
tegensputterde
I protested
tegensputterde
you protested
tegensputterde
he/she/it protested
tegensputterden
we protested
tegensputterden
you all protested
tegensputterden
they protested
Future bijzin tense
zal tegensputteren
I will protest
zult tegensputteren
you will protest
zal tegensputteren
he/she/it will protest
zullen tegensputteren
we will protest
zullen tegensputteren
you all will protest
zullen tegensputteren
they will protest
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tegensputteren
I would protest
zou tegensputteren
you would protest
zou tegensputteren
he/she/it would protest
zouden tegensputteren
we would protest
zouden tegensputteren
you all would protest
zouden tegensputteren
they would protest
Subjunctive bijzin mood
tegensputtere
I protest
tegensputtere
you protest
tegensputtere
he/she/it protest
tegensputtere
we protest
tegensputtere
you all protest
tegensputtere
they protest
Du
Ihr
Imperative mood
sputter tegen
protest
sputtert tegen
protest

Examples of tegensputteren

Example in DutchTranslation in English
Niet tegensputteren!Don't protest!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

stormlopen
rush
stuiten
halt
suizebollen
do
tegemoetkomen
meet
tegemoetzien
look forward to
tegenspreken
contradict
tegenstaan
resist
tegenstribbelen
resist
tekeergaan
go berserk
terechthelpen
find help

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'protest':

None found.
Learning languages?