Syncoperen (to syncopate) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of syncoperen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
syncopeer
I syncopate
syncopeert
you syncopate
syncopeert
he/she/it syncopates
syncoperen
we syncopate
syncoperen
you all syncopate
syncoperen
they syncopate
Present perfect tense
heb gesyncopeerd
I have syncopated
hebt gesyncopeerd
you have syncopated
heeft gesyncopeerd
he/she/it has syncopated
hebben gesyncopeerd
we have syncopated
hebben gesyncopeerd
you all have syncopated
hebben gesyncopeerd
they have syncopated
Past tense
syncopeerde
I syncopated
syncopeerde
you syncopated
syncopeerde
he/she/it syncopated
syncopeerden
we syncopated
syncopeerden
you all syncopated
syncopeerden
they syncopated
Future tense
zal syncoperen
I will syncopate
zult syncoperen
you will syncopate
zal syncoperen
he/she/it will syncopate
zullen syncoperen
we will syncopate
zullen syncoperen
you all will syncopate
zullen syncoperen
they will syncopate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou syncoperen
I would syncopate
zou syncoperen
you would syncopate
zou syncoperen
he/she/it would syncopate
zouden syncoperen
we would syncopate
zouden syncoperen
you all would syncopate
zouden syncoperen
they would syncopate
Subjunctive mood
syncopere
I syncopate
syncopere
you syncopate
syncopere
he/she/it syncopate
syncopere
we syncopate
syncopere
you all syncopate
syncopere
they syncopate
Past perfect tense
had gesyncopeerd
I had syncopated
had gesyncopeerd
you had syncopated
had gesyncopeerd
he/she/it had syncopated
hadden gesyncopeerd
we had syncopated
hadden gesyncopeerd
you all had syncopated
hadden gesyncopeerd
they had syncopated
Future perf.
zal gesyncopeerd hebben
I will have syncopated
zal gesyncopeerd hebben
you will have syncopated
zal gesyncopeerd hebben
he/she/it will have syncopated
zullen gesyncopeerd hebben
we will have syncopated
zullen gesyncopeerd hebben
you all will have syncopated
zullen gesyncopeerd hebben
they will have syncopated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesyncopeerd hebben
I would have syncopated
zou gesyncopeerd hebben
you would have syncopated
zou gesyncopeerd hebben
he/she/it would have syncopated
zouden gesyncopeerd hebben
we would have syncopated
zouden gesyncopeerd hebben
you all would have syncopated
zouden gesyncopeerd hebben
they would have syncopated
Du
Ihr
Imperative mood
syncopeer
syncopate
syncopeert
syncopate

Examples of syncoperen

Example in DutchTranslation in English
En syncopeer.# And syncopate #
Ze ontmoetten elkaar bij 'n tangodag, er was 'n gesyncopeerd huwelijk, en toen kwam ik.There was a syncopated wedding, and then came me.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

strikken
do
stunten
stunt
stutten
steer
sudokuen
do
synchroniseren
sync
synthetiseren
syncopate
tantaliseren
tantalize
tarreren
tare
teemsen
do
teerlingen
dice

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'syncopate':

None found.
Learning languages?