Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Sudokuen (to do) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sudoku
sudokut
sudokut
sudokuen
sudokuen
sudokuen
Present perfect tense
heb gesudokud
hebt gesudokud
heeft gesudokud
hebben gesudokud
hebben gesudokud
hebben gesudokud
Past tense
sudokude
sudokude
sudokude
sudokuden
sudokuden
sudokuden
Future tense
zal sudokuen
zult sudokuen
zal sudokuen
zullen sudokuen
zullen sudokuen
zullen sudokuen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou sudokuen
zou sudokuen
zou sudokuen
zouden sudokuen
zouden sudokuen
zouden sudokuen
Past perfect tense
had gesudokud
had gesudokud
had gesudokud
hadden gesudokud
hadden gesudokud
hadden gesudokud
Future perf.
zal gesudokud hebben
zal gesudokud hebben
zal gesudokud hebben
zullen gesudokud hebben
zullen gesudokud hebben
zullen gesudokud hebben
Conditional perfect tense
zou gesudokud hebben
zou gesudokud hebben
zou gesudokud hebben
zouden gesudokud hebben
zouden gesudokud hebben
zouden gesudokud hebben
Du
Ihr
Imperative mood
sudoku
sudokut

Examples of sudokuen

Example in DutchTranslation in English
- De moeilijkste sudoku die er is.She doesn't talk to him.
- Het is als sudoku.-It's like sudoku.
Daarom ben ik een van de weinige die kan zeggen sudoku te hebben gespeeld met Neil Sedaka.and that is why I am one of the few people who can say they played sudoku with Neil Sedaka.
Dat is Frank Stinson, inval leraar wiskunde hij houdt van sudoku.There's Frank Stinson, substitute math teacher who loves Sudoku.
De stiekemerd, met zijn sudoku's en zijn planten.He was so sly, with his sudoku and his plants.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.