Stukmaken (to break) conjugation

Dutch
22 examples

Conjugation of stukmaken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
maak stuk
I break
maakt stuk
you break
maakt stuk
he/she/it breaks
maken stuk
we break
maken stuk
you all break
maken stuk
they break
Present perfect tense
heb stukgemaakt
I have broken
hebt stukgemaakt
you have broken
heeft stukgemaakt
he/she/it has broken
hebben stukgemaakt
we have broken
hebben stukgemaakt
you all have broken
hebben stukgemaakt
they have broken
Past tense
maakte stuk
I broke
maakte stuk
you broke
maakte stuk
he/she/it broke
maakten stuk
we broke
maakten stuk
you all broke
maakten stuk
they broke
Future tense
zal stukmaken
I will break
zult stukmaken
you will break
zal stukmaken
he/she/it will break
zullen stukmaken
we will break
zullen stukmaken
you all will break
zullen stukmaken
they will break
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stukmaken
I would break
zou stukmaken
you would break
zou stukmaken
he/she/it would break
zouden stukmaken
we would break
zouden stukmaken
you all would break
zouden stukmaken
they would break
Subjunctive mood
make stuk
I break
make stuk
you break
make stuk
he/she/it break
make stuk
we break
make stuk
you all break
make stuk
they break
Past perfect tense
had stukgemaakt
I had broken
had stukgemaakt
you had broken
had stukgemaakt
he/she/it had broken
hadden stukgemaakt
we had broken
hadden stukgemaakt
you all had broken
hadden stukgemaakt
they had broken
Future perf.
zal stukgemaakt hebben
I will have broken
zal stukgemaakt hebben
you will have broken
zal stukgemaakt hebben
he/she/it will have broken
zullen stukgemaakt hebben
we will have broken
zullen stukgemaakt hebben
you all will have broken
zullen stukgemaakt hebben
they will have broken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou stukgemaakt hebben
I would have broken
zou stukgemaakt hebben
you would have broken
zou stukgemaakt hebben
he/she/it would have broken
zouden stukgemaakt hebben
we would have broken
zouden stukgemaakt hebben
you all would have broken
zouden stukgemaakt hebben
they would have broken
Present bijzin tense
stukmaak
I break
stukmaakt
you break
stukmaakt
he/she/it breaks
stukmaken
we break
stukmaken
you all break
stukmaken
they break
Past bijzin tense
stukmaakte
I broke
stukmaakte
you broke
stukmaakte
he/she/it broke
stukmaakten
we broke
stukmaakten
you all broke
stukmaakten
they broke
Future bijzin tense
zal stukmaken
I will break
zult stukmaken
you will break
zal stukmaken
he/she/it will break
zullen stukmaken
we will break
zullen stukmaken
you all will break
zullen stukmaken
they will break
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou stukmaken
I would break
zou stukmaken
you would break
zou stukmaken
he/she/it would break
zouden stukmaken
we would break
zouden stukmaken
you all would break
zouden stukmaken
they would break
Subjunctive bijzin mood
stukmake
I break
stukmake
you break
stukmake
he/she/it break
stukmake
we break
stukmake
you all break
stukmake
they break
Du
Ihr
Imperative mood
maak stuk
break
maakt stuk
break

Examples of stukmaken

Example in DutchTranslation in English
- John, ik ben hoofd IT. Ik heb het uit betrouwbare bron. Als je 'Google' intypt bij Google... kun je het internet stukmaken.If you type Google into Google, you can break the Internet, so please no-one try it, even for a joke.
Denk je dat jij de enige bent die dingen wil stukmaken?You think you're the only one who wants to break stuff?
Een huwelijk stukmaken is volgens u dus een lolletje?I see. So your definition of "good fun" is breaking up a marriage?
Geef'm niet. Ze zal 'm stukmaken.- Don't lend it to her, she'll break it.
Het is een cadeau. Niet stukmaken.It's a gift, don't break.
Je maakt stuk en stuk en stuk!You break and you break and you break and you break!
- Je hebt de tijd niet stukgemaakt...- You haven't broken time...
- Nee, maar ik heb de tijd stukgemaakt.- No, but I think... I've broken time.
En je hebt m'n lievelingsbord stukgemaakt.And you've broken my favourite plate!
Ik vraag me af... Heb ik de boel stukgemaakt?I keep wondering... have I broken the vessel?
Kan het zijn dat je de machine hebt stukgemaakt?Is there any way that you could have broken the machine?
Bent u bang dat ik een van uw kanonnen stukmaak?You're worried I might break one of your guns?
- Zodat je niets stukmaakt.Why? Trust me on this, you don't want anything breakable in your apartment right now.
Als je iets stukmaakt, doet de septa me wat.You break anything, the Septa will have my head.
Beloof dat je hem niet stukmaakt.But you'll have to promise not to break it.
Ik weet niet waarom we belasting betalen... als elke schurk kan binnen wandelen en je spullen voor je neus stukmaakt.What we pay our taxes for, I don't know. When any ruffian can walk in and break one's goods, under one's nose.
Wat je stukmaakt, moet je het kopen.You break it, you buy it.
Ik doe dit, omdat ik de klok stukmaakte.I'm doing this because I broke the clock.
Mijn moeder zei altijd dat dit ons huis was... en zolang ik het niet stukmaakte, hadden we altijd een eigen plek.Ya see, my mom used to say that this was our house, and as long as I never broke it, we'd always have a place to stay.
Of het u de atmosfeer was die het stukmaakte... of de Grendlers, het maakte niet uit.Whether it was the atmosphere that broke it up or the Grendlers didn't matter.
Omdat je omhoog vloog en de lamp stukmaakte?"We're scared because we levitated Glen and he broke the light"?
Ik kan de telefoon, die jullie stukmaakten, niet gebruiken.Ma'am, you want to tell me that? Am I supposed to use that phone in there, the one you broke?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

steriliseren
sterilize
stoeien
romp
stromen
stream
stuffen
stuff
stuiten
halt
stuiteren
bounce
stuklopen
flounder
stukscheuren
tear to pieces
subsidiëren
subsidize
suizebollen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'break':

None found.
Learning languages?