Stofzuigeren (to vacuum sweeper) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of stofzuigeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stofzuiger
I vacuum sweeper
stofzuigert
you vacuum sweeper
stofzuigert
he/she/it vacuums sweeper
stofzuigeren
we vacuum sweeper
stofzuigeren
you all vacuum sweeper
stofzuigeren
they vacuum sweeper
Present perfect tense
heb gestofzuigerd
I have vacuumed sweeper
hebt gestofzuigerd
you have vacuumed sweeper
heeft gestofzuigerd
he/she/it has vacuumed sweeper
hebben gestofzuigerd
we have vacuumed sweeper
hebben gestofzuigerd
you all have vacuumed sweeper
hebben gestofzuigerd
they have vacuumed sweeper
Past tense
stofzuigerde
I vacuumed sweeper
stofzuigerde
you vacuumed sweeper
stofzuigerde
he/she/it vacuumed sweeper
stofzuigerden
we vacuumed sweeper
stofzuigerden
you all vacuumed sweeper
stofzuigerden
they vacuumed sweeper
Future tense
zal stofzuigeren
I will vacuum sweeper
zult stofzuigeren
you will vacuum sweeper
zal stofzuigeren
he/she/it will vacuum sweeper
zullen stofzuigeren
we will vacuum sweeper
zullen stofzuigeren
you all will vacuum sweeper
zullen stofzuigeren
they will vacuum sweeper
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stofzuigeren
I would vacuum sweeper
zou stofzuigeren
you would vacuum sweeper
zou stofzuigeren
he/she/it would vacuum sweeper
zouden stofzuigeren
we would vacuum sweeper
zouden stofzuigeren
you all would vacuum sweeper
zouden stofzuigeren
they would vacuum sweeper
Subjunctive mood
stofzuigere
I vacuum sweeper
stofzuigere
you vacuum sweeper
stofzuigere
he/she/it vacuum sweeper
stofzuigere
we vacuum sweeper
stofzuigere
you all vacuum sweeper
stofzuigere
they vacuum sweeper
Past perfect tense
had gestofzuigerd
I had vacuumed sweeper
had gestofzuigerd
you had vacuumed sweeper
had gestofzuigerd
he/she/it had vacuumed sweeper
hadden gestofzuigerd
we had vacuumed sweeper
hadden gestofzuigerd
you all had vacuumed sweeper
hadden gestofzuigerd
they had vacuumed sweeper
Future perf.
zal gestofzuigerd hebben
I will have vacuumed sweeper
zal gestofzuigerd hebben
you will have vacuumed sweeper
zal gestofzuigerd hebben
he/she/it will have vacuumed sweeper
zullen gestofzuigerd hebben
we will have vacuumed sweeper
zullen gestofzuigerd hebben
you all will have vacuumed sweeper
zullen gestofzuigerd hebben
they will have vacuumed sweeper
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestofzuigerd hebben
I would have vacuumed sweeper
zou gestofzuigerd hebben
you would have vacuumed sweeper
zou gestofzuigerd hebben
he/she/it would have vacuumed sweeper
zouden gestofzuigerd hebben
we would have vacuumed sweeper
zouden gestofzuigerd hebben
you all would have vacuumed sweeper
zouden gestofzuigerd hebben
they would have vacuumed sweeper
Du
Ihr
Imperative mood
stofzuiger
vacuum sweeper
stofzuigert
vacuum sweeper

Examples of stofzuigeren

Example in DutchTranslation in English
Hou je niet van de stofzuiger?You don't like the vacuum sweeper?
Is dat een stofzuiger?Is that a vacuum sweeper?
Kijk, een stofzuiger.Look, it's a vacuum sweeper.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

stagneren
stagnate
stijfvloeken
stiff curses
stikken
finish
stilleggen
decommission
stoepen
do
stofzuigen
vacuum
stoken
heat
stribbelen
baulk
stromen
stream
strompelen
hobble

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'vacuum sweeper':

None found.
Learning languages?