Socialiseren (to socialize) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of socialiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
socialiseer
I socialize
socialiseert
you socialize
socialiseert
he/she/it socializes
socialiseren
we socialize
socialiseren
you all socialize
socialiseren
they socialize
Present perfect tense
heb gesocialiseerd
I have socialized
hebt gesocialiseerd
you have socialized
heeft gesocialiseerd
he/she/it has socialized
hebben gesocialiseerd
we have socialized
hebben gesocialiseerd
you all have socialized
hebben gesocialiseerd
they have socialized
Past tense
socialiseerde
I socialized
socialiseerde
you socialized
socialiseerde
he/she/it socialized
socialiseerden
we socialized
socialiseerden
you all socialized
socialiseerden
they socialized
Future tense
zal socialiseren
I will socialize
zult socialiseren
you will socialize
zal socialiseren
he/she/it will socialize
zullen socialiseren
we will socialize
zullen socialiseren
you all will socialize
zullen socialiseren
they will socialize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou socialiseren
I would socialize
zou socialiseren
you would socialize
zou socialiseren
he/she/it would socialize
zouden socialiseren
we would socialize
zouden socialiseren
you all would socialize
zouden socialiseren
they would socialize
Subjunctive mood
socialisere
I socialize
socialisere
you socialize
socialisere
he/she/it socialize
socialisere
we socialize
socialisere
you all socialize
socialisere
they socialize
Past perfect tense
had gesocialiseerd
I had socialized
had gesocialiseerd
you had socialized
had gesocialiseerd
he/she/it had socialized
hadden gesocialiseerd
we had socialized
hadden gesocialiseerd
you all had socialized
hadden gesocialiseerd
they had socialized
Future perf.
zal gesocialiseerd hebben
I will have socialized
zal gesocialiseerd hebben
you will have socialized
zal gesocialiseerd hebben
he/she/it will have socialized
zullen gesocialiseerd hebben
we will have socialized
zullen gesocialiseerd hebben
you all will have socialized
zullen gesocialiseerd hebben
they will have socialized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesocialiseerd hebben
I would have socialized
zou gesocialiseerd hebben
you would have socialized
zou gesocialiseerd hebben
he/she/it would have socialized
zouden gesocialiseerd hebben
we would have socialized
zouden gesocialiseerd hebben
you all would have socialized
zouden gesocialiseerd hebben
they would have socialized
Du
Ihr
Imperative mood
socialiseer
socialize
socialiseert
socialize

Examples of socialiseren

Example in DutchTranslation in English
Bored stijf bij de gedachte van het hebben om te socialiseren met mijn vrienden.Bored rigid by the thought of having to socialize with my friends.
De meeste dolfijnen zijn hoog vocaal wanneer zij socialiseren... zo was ik werkelijk verrast om te ontdekken dat deze bevlekte dolfijn het niet doen.Most dolphins are highly vocal when they socialize so I was really surprised to discover that these spotted dolphin's are not.
Ellen gaf er de voorkeur aan om te socialiseren in mijn kringen.Ellen preferred to socialize with me and my circle.
Ga socialiseren, niet jezelf isoleren.Be sure to socialize. Don't isolate.
Hebben jullie een huiszoekingsbevel, of zijn jullie hier om te socialiseren? Beiden.You boys got a warrant, or are you just here to socialize?
Eet alsjeblieft en socialiseer en geniet van de tijd bij ons.Please eat and socialize and enjoy your time with us.
Hij staart gewoon naar de muur... en ik socialiseer om hem heen.He'll just stare at the wall, and I'll socialize around him.
Hudson, het is belangrijk dat je socialiseert. Ook al moet je, jezelf er toe dwingen.Hudson, it's important that you socialize, even if you have to force yourself.
U socialiseert hen?You socialize with them?
En dan kwam het in me op dat bij ons in Amerika... we een hoop zaken hebben gesocialiseerd.And then it occurred to me that back home in America. We've socialized a lot of things.
Het is gesocialiseerd, niet aangeboren.It's socialized, not innate.
Je hebt de hele avond nog niet gesocialiseerd.You haven't socialized at all tonight.
Waarschijnlijk hebben ze samen gesocialiseerd.They probably socialized together.
Ze wilde alleen maar dat ik haar de hele avond rondreed terwijl zij socialiseerde.She just wanted me to drive her around for the night while she socialized.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

resocialiseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'socialize':

None found.
Learning languages?