Slagregenen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of slagregenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
slagregen
I do
slagregent
you do
slagregent
he/she/it does
slagregenen
we do
slagregenen
you all do
slagregenen
they do
Present perfect tense
heb geslagregend
I have done
hebt geslagregend
you have done
heeft geslagregend
he/she/it has done
hebben geslagregend
we have done
hebben geslagregend
you all have done
hebben geslagregend
they have done
Past tense
slagregende
I did
slagregende
you did
slagregende
he/she/it did
slagregenden
we did
slagregenden
you all did
slagregenden
they did
Future tense
zal slagregenen
I will do
zult slagregenen
you will do
zal slagregenen
he/she/it will do
zullen slagregenen
we will do
zullen slagregenen
you all will do
zullen slagregenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou slagregenen
I would do
zou slagregenen
you would do
zou slagregenen
he/she/it would do
zouden slagregenen
we would do
zouden slagregenen
you all would do
zouden slagregenen
they would do
Subjunctive mood
slagregene
I do
slagregene
you do
slagregene
he/she/it do
slagregene
we do
slagregene
you all do
slagregene
they do
Past perfect tense
had geslagregend
I had done
had geslagregend
you had done
had geslagregend
he/she/it had done
hadden geslagregend
we had done
hadden geslagregend
you all had done
hadden geslagregend
they had done
Future perf.
zal geslagregend hebben
I will have done
zal geslagregend hebben
you will have done
zal geslagregend hebben
he/she/it will have done
zullen geslagregend hebben
we will have done
zullen geslagregend hebben
you all will have done
zullen geslagregend hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geslagregend hebben
I would have done
zou geslagregend hebben
you would have done
zou geslagregend hebben
he/she/it would have done
zouden geslagregend hebben
we would have done
zouden geslagregend hebben
you all would have done
zouden geslagregend hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
slagregen
do
slagregent
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

shocken
shock
sidderen
tremble
sjabloneren
stencil
sjieken
do
slaan
bash
slaapwandelen
sleepwalk
slagen
succeed
slaken
heave
slissen
lisp
slorpen
lap

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?