Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Signaleren (to indicate) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
signaleer
signaleert
signaleert
signaleren
signaleren
signaleren
Present perfect tense
heb gesignaleerd
hebt gesignaleerd
heeft gesignaleerd
hebben gesignaleerd
hebben gesignaleerd
hebben gesignaleerd
Past tense
signaleerde
signaleerde
signaleerde
signaleerden
signaleerden
signaleerden
Future tense
zal signaleren
zult signaleren
zal signaleren
zullen signaleren
zullen signaleren
zullen signaleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou signaleren
zou signaleren
zou signaleren
zouden signaleren
zouden signaleren
zouden signaleren
Subjunctive mood
signalere
signalere
signalere
signalere
signalere
signalere
Past perfect tense
had gesignaleerd
had gesignaleerd
had gesignaleerd
hadden gesignaleerd
hadden gesignaleerd
hadden gesignaleerd
Future perf.
zal gesignaleerd hebben
zal gesignaleerd hebben
zal gesignaleerd hebben
zullen gesignaleerd hebben
zullen gesignaleerd hebben
zullen gesignaleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesignaleerd hebben
zou gesignaleerd hebben
zou gesignaleerd hebben
zouden gesignaleerd hebben
zouden gesignaleerd hebben
zouden gesignaleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
signaleer
signaleert

Examples of signaleren

Example in DutchTranslation in English
Bio-systemen signaleren verhoogde luchtvergiftiging.Biosystems indicate increasing air toxicity.
De lange afstandssensors signaleren een naderend schip.Captain, long-range sensors indicate another vessel approaching.
Wij signaleren dat u beschadigd bent. En het andere schip is ongewapend, traag en onderbemand.Our probes indicate that you are crippled, and the ship you protect has no weaponry, no light-speed drive, and only a scarce crew.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

schoonbijten
clean bite
scratchen
scratch
seksen
do
sekwestreren
sequester
separeren
sensitize
shockeren
shock
sieperen
do
sieren
adorn
signeren
do
sjirpen
chirp

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'indicate':

None found.