Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Schematiseren (to schematize) conjugation

Dutch

Conjugation of schematiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schematiseer
I schematize
schematiseert
you schematize
schematiseert
he/she/it schematizes
schematiseren
we schematize
schematiseren
you all schematize
schematiseren
they schematize
Present perfect tense
heb geschematiseerd
I have schematized
hebt geschematiseerd
you have schematized
heeft geschematiseerd
he/she/it has schematized
hebben geschematiseerd
we have schematized
hebben geschematiseerd
you all have schematized
hebben geschematiseerd
they have schematized
Past tense
schematiseerde
I schematized
schematiseerde
you schematized
schematiseerde
he/she/it schematized
schematiseerden
we schematized
schematiseerden
you all schematized
schematiseerden
they schematized
Future tense
zal schematiseren
I will schematize
zult schematiseren
you will schematize
zal schematiseren
he/she/it will schematize
zullen schematiseren
we will schematize
zullen schematiseren
you all will schematize
zullen schematiseren
they will schematize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schematiseren
I would schematize
zou schematiseren
you would schematize
zou schematiseren
he/she/it would schematize
zouden schematiseren
we would schematize
zouden schematiseren
you all would schematize
zouden schematiseren
they would schematize
Subjunctive mood
schematisere
I schematize
schematisere
you schematize
schematisere
he/she/it schematize
schematisere
we schematize
schematisere
you all schematize
schematisere
they schematize
Past perfect tense
had geschematiseerd
I had schematized
had geschematiseerd
you had schematized
had geschematiseerd
he/she/it had schematized
hadden geschematiseerd
we had schematized
hadden geschematiseerd
you all had schematized
hadden geschematiseerd
they had schematized
Future perf.
zal geschematiseerd hebben
I will have schematized
zal geschematiseerd hebben
you will have schematized
zal geschematiseerd hebben
he/she/it will have schematized
zullen geschematiseerd hebben
we will have schematized
zullen geschematiseerd hebben
you all will have schematized
zullen geschematiseerd hebben
they will have schematized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschematiseerd hebben
I would have schematized
zou geschematiseerd hebben
you would have schematized
zou geschematiseerd hebben
he/she/it would have schematized
zouden geschematiseerd hebben
we would have schematized
zouden geschematiseerd hebben
you all would have schematized
zouden geschematiseerd hebben
they would have schematized
Du
Ihr
Imperative mood
schematiseer
schematize
schematiseert
schematize

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

scannen
scan
scharrelbenen
scratch legs
scheefgroeien
grow crooked
scheeftrekken
warp
scheidsrechteren
referee
schellen
do
schemeren
grow dark
scheren
shave
schommelen
do
schoolliggen
school are

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'schematize':

None found.