Scheidsrechteren (to referee) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of scheidsrechteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
scheidsrechter
I referee
scheidsrechtert
you referee
scheidsrechtert
he/she/it referees
scheidsrechteren
we referee
scheidsrechteren
you all referee
scheidsrechteren
they referee
Present perfect tense
heb gescheidsrechterd
I have refereed
hebt gescheidsrechterd
you have refereed
heeft gescheidsrechterd
he/she/it has refereed
hebben gescheidsrechterd
we have refereed
hebben gescheidsrechterd
you all have refereed
hebben gescheidsrechterd
they have refereed
Past tense
scheidsrechterde
I refereed
scheidsrechterde
you refereed
scheidsrechterde
he/she/it refereed
scheidsrechterden
we refereed
scheidsrechterden
you all refereed
scheidsrechterden
they refereed
Future tense
zal scheidsrechteren
I will referee
zult scheidsrechteren
you will referee
zal scheidsrechteren
he/she/it will referee
zullen scheidsrechteren
we will referee
zullen scheidsrechteren
you all will referee
zullen scheidsrechteren
they will referee
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou scheidsrechteren
I would referee
zou scheidsrechteren
you would referee
zou scheidsrechteren
he/she/it would referee
zouden scheidsrechteren
we would referee
zouden scheidsrechteren
you all would referee
zouden scheidsrechteren
they would referee
Subjunctive mood
scheidsrechtere
I referee
scheidsrechtere
you referee
scheidsrechtere
he/she/it referee
scheidsrechtere
we referee
scheidsrechtere
you all referee
scheidsrechtere
they referee
Past perfect tense
had gescheidsrechterd
I had refereed
had gescheidsrechterd
you had refereed
had gescheidsrechterd
he/she/it had refereed
hadden gescheidsrechterd
we had refereed
hadden gescheidsrechterd
you all had refereed
hadden gescheidsrechterd
they had refereed
Future perf.
zal gescheidsrechterd hebben
I will have refereed
zal gescheidsrechterd hebben
you will have refereed
zal gescheidsrechterd hebben
he/she/it will have refereed
zullen gescheidsrechterd hebben
we will have refereed
zullen gescheidsrechterd hebben
you all will have refereed
zullen gescheidsrechterd hebben
they will have refereed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gescheidsrechterd hebben
I would have refereed
zou gescheidsrechterd hebben
you would have refereed
zou gescheidsrechterd hebben
he/she/it would have refereed
zouden gescheidsrechterd hebben
we would have refereed
zouden gescheidsrechterd hebben
you all would have refereed
zouden gescheidsrechterd hebben
they would have refereed
Du
Ihr
Imperative mood
scheidsrechter
referee
scheidsrechtert
referee

Examples of scheidsrechteren

Example in DutchTranslation in English
Alstublieft breng me niet in de positie om te scheidsrechteren.Okay, okay. Please don't put me in the position of refereeing everyone.
- Al goed, meneer de scheidsrechter.Of course, Mr. referee.
- Alleen de boksers... de verzorgers, de scheidsrechter en de juryleden.- Just the fighters, the sidemen, the referee, and the judges.
- Ben je klaar met je baan als scheidsrechter?- You finished with your referee job?
- Dat noem ik Tough D, een goede scheidsrechter, en $5000 die je me schuldig bent, broer.Uh, no. That's what I call Tough D, a good referee, and 5 G's you owe me, bruddah-bruddah.
- De scheidsrechter zei wat anders.That's not what the referee said.
Ja, we hebben de laatste 20 minuten besteed scheidsrechterend bij een scheldpartij tussen Eric's moeder en vader.Yeah, we just spent the last 20 minutes refereeing a shouting match between Eric's mom and dad.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

runnen
do
samenkoeken
do
saneren
reorganize
schaterlachen
nicker
scheiden
warp
schelden
curse
schematiseren
schematize
schenden
violate
schitteren
do
schokschouderen
shrug shoulders

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'referee':

None found.
Learning languages?