Salariëren (to salary) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
salarieer
I salary
salarieert
you salary
salarieert
he/she/it salaries
salariëren
we salary
salariëren
you all salary
salariëren
they salary
Present perfect tense
heb gesalarieerd
I have salaried
hebt gesalarieerd
you have salaried
heeft gesalarieerd
he/she/it has salaried
hebben gesalarieerd
we have salaried
hebben gesalarieerd
you all have salaried
hebben gesalarieerd
they have salaried
Past tense
salarieerde
I salaried
salarieerde
you salaried
salarieerde
he/she/it salaried
salarieerden
we salaried
salarieerden
you all salaried
salarieerden
they salaried
Future tense
zal salariëren
I will salary
zult salariëren
you will salary
zal salariëren
he/she/it will salary
zullen salariëren
we will salary
zullen salariëren
you all will salary
zullen salariëren
they will salary
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou salariëren
I would salary
zou salariëren
you would salary
zou salariëren
he/she/it would salary
zouden salariëren
we would salary
zouden salariëren
you all would salary
zouden salariëren
they would salary
Subjunctive mood
salariëre
I salary
salariëre
you salary
salariëre
he/she/it salary
salariëre
we salary
salariëre
you all salary
salariëre
they salary
Past perfect tense
had gesalarieerd
I had salaried
had gesalarieerd
you had salaried
had gesalarieerd
he/she/it had salaried
hadden gesalarieerd
we had salaried
hadden gesalarieerd
you all had salaried
hadden gesalarieerd
they had salaried
Future perf.
zal gesalarieerd hebben
I will have salaried
zal gesalarieerd hebben
you will have salaried
zal gesalarieerd hebben
he/she/it will have salaried
zullen gesalarieerd hebben
we will have salaried
zullen gesalarieerd hebben
you all will have salaried
zullen gesalarieerd hebben
they will have salaried
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesalarieerd hebben
I would have salaried
zou gesalarieerd hebben
you would have salaried
zou gesalarieerd hebben
he/she/it would have salaried
zouden gesalarieerd hebben
we would have salaried
zouden gesalarieerd hebben
you all would have salaried
zouden gesalarieerd hebben
they would have salaried
Du
Ihr
Imperative mood
salarieer
salary
salarieert
salary

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rondventen
higgle
rondzeilen
sail around
rummikuppen
do
sabben
do
sabberen
do
sakkeren
swear
salderen
do
samenbundelen
do
samenroepen
convene
samentellen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'salary':

None found.
Learning languages?