Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rondzien (to gaze round) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zie rond
ziet rond
ziet rond
zien rond
zien rond
zien rond
Present perfect tense
heb rondgezien
hebt rondgezien
heeft rondgezien
hebben rondgezien
hebben rondgezien
hebben rondgezien
Past tense
zag rond
zag rond
zag rond
zagen rond
zagen rond
zagen rond
Future tense
zal rondzien
zult rondzien
zal rondzien
zullen rondzien
zullen rondzien
zullen rondzien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondzien
zou rondzien
zou rondzien
zouden rondzien
zouden rondzien
zouden rondzien
Subjunctive mood
zie rond
zie rond
zie rond
zie rond
zie rond
zie rond
Past perfect tense
had rondgezien
had rondgezien
had rondgezien
hadden rondgezien
hadden rondgezien
hadden rondgezien
Future perf.
zal rondgezien hebben
zal rondgezien hebben
zal rondgezien hebben
zullen rondgezien hebben
zullen rondgezien hebben
zullen rondgezien hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgezien hebben
zou rondgezien hebben
zou rondgezien hebben
zouden rondgezien hebben
zouden rondgezien hebben
zouden rondgezien hebben
Present bijzin tense
rondzie
rondziet
rondziet
rondzien
rondzien
rondzien
Past bijzin tense
rondzag
rondzag
rondzag
rondzagen
rondzagen
rondzagen
Future bijzin tense
zal rondzien
zult rondzien
zal rondzien
zullen rondzien
zullen rondzien
zullen rondzien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondzien
zou rondzien
zou rondzien
zouden rondzien
zouden rondzien
zouden rondzien
Subjunctive bijzin mood
rondzie
rondzie
rondzie
rondzie
rondzie
rondzie
Du
Ihr
Imperative mood
zie rond
ziet ron

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

repatriëren
repatriate
rolschaatsen
do
ronddrijven
float around
rondslingeren
litter
rondstralen
do
rondtoeren
tour
rondzenden
broadcast
rondzoemen
buzz around
ruimen
vacate
rusten
rest

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'gaze round':

None found.