Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rondspringen (to cavort) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spring rond
springt rond
springt rond
springen rond
springen rond
springen rond
Present perfect tense
heb rondgesprongen
hebt rondgesprongen
heeft rondgesprongen
hebben rondgesprongen
hebben rondgesprongen
hebben rondgesprongen
Past tense
sprong rond
sprong rond
sprong rond
sprongen rond
sprongen rond
sprongen rond
Future tense
zal rondspringen
zult rondspringen
zal rondspringen
zullen rondspringen
zullen rondspringen
zullen rondspringen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondspringen
zou rondspringen
zou rondspringen
zouden rondspringen
zouden rondspringen
zouden rondspringen
Subjunctive mood
springe rond
springe rond
springe rond
springe rond
springe rond
springe rond
Past perfect tense
had rondgesprongen
had rondgesprongen
had rondgesprongen
hadden rondgesprongen
hadden rondgesprongen
hadden rondgesprongen
Future perf.
zal rondgesprongen hebben
zal rondgesprongen hebben
zal rondgesprongen hebben
zullen rondgesprongen hebben
zullen rondgesprongen hebben
zullen rondgesprongen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgesprongen hebben
zou rondgesprongen hebben
zou rondgesprongen hebben
zouden rondgesprongen hebben
zouden rondgesprongen hebben
zouden rondgesprongen hebben
Present bijzin tense
rondspring
rondspringt
rondspringt
rondspringen
rondspringen
rondspringen
Past bijzin tense
rondsprong
rondsprong
rondsprong
rondsprongen
rondsprongen
rondsprongen
Future bijzin tense
zal rondspringen
zult rondspringen
zal rondspringen
zullen rondspringen
zullen rondspringen
zullen rondspringen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondspringen
zou rondspringen
zou rondspringen
zouden rondspringen
zouden rondspringen
zouden rondspringen
Subjunctive bijzin mood
rondspringe
rondspringe
rondspringe
rondspringe
rondspringe
rondspringe
Du
Ihr
Imperative mood
spring rond
springt ron

Examples of rondspringen

Example in DutchTranslation in English
Het was dom van mij om hem los te laten in het park zodat hij en ik misschien vrij konden rondspringen.It was foolish of me to take him off leash at the park so that he and I might cavort freely.
Zij gaan zwemmen in de Hudson en rondspringen in de dierentuin.They go swim in the Hudson and cavort at the zoo.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cavort':

None found.