Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rondschenken (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of rondschenken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schenk rond
I do
schenkt rond
you do
schenkt rond
he/she/it does
schenken rond
we do
schenken rond
you all do
schenken rond
they do
Present perfect tense
heb rondgeschonken
I have done
hebt rondgeschonken
you have done
heeft rondgeschonken
he/she/it has done
hebben rondgeschonken
we have done
hebben rondgeschonken
you all have done
hebben rondgeschonken
they have done
Past tense
schonk rond
I did
schonk rond
you did
schonk rond
he/she/it did
schonken rond
we did
schonken rond
you all did
schonken rond
they did
Future tense
zal rondschenken
I will do
zult rondschenken
you will do
zal rondschenken
he/she/it will do
zullen rondschenken
we will do
zullen rondschenken
you all will do
zullen rondschenken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondschenken
I would do
zou rondschenken
you would do
zou rondschenken
he/she/it would do
zouden rondschenken
we would do
zouden rondschenken
you all would do
zouden rondschenken
they would do
Subjunctive mood
schenke rond
I do
schenke rond
you do
schenke rond
he/she/it do
schenke rond
we do
schenke rond
you all do
schenke rond
they do
Past perfect tense
had rondgeschonken
I had done
had rondgeschonken
you had done
had rondgeschonken
he/she/it had done
hadden rondgeschonken
we had done
hadden rondgeschonken
you all had done
hadden rondgeschonken
they had done
Future perf.
zal rondgeschonken hebben
I will have done
zal rondgeschonken hebben
you will have done
zal rondgeschonken hebben
he/she/it will have done
zullen rondgeschonken hebben
we will have done
zullen rondgeschonken hebben
you all will have done
zullen rondgeschonken hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgeschonken hebben
I would have done
zou rondgeschonken hebben
you would have done
zou rondgeschonken hebben
he/she/it would have done
zouden rondgeschonken hebben
we would have done
zouden rondgeschonken hebben
you all would have done
zouden rondgeschonken hebben
they would have done
Present bijzin tense
rondschenk
I do
rondschenkt
you do
rondschenkt
he/she/it does
rondschenken
we do
rondschenken
you all do
rondschenken
they do
Past bijzin tense
rondschonk
I did
rondschonk
you did
rondschonk
he/she/it did
rondschonken
we did
rondschonken
you all did
rondschonken
they did
Future bijzin tense
zal rondschenken
I will do
zult rondschenken
you will do
zal rondschenken
he/she/it will do
zullen rondschenken
we will do
zullen rondschenken
you all will do
zullen rondschenken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondschenken
I would do
zou rondschenken
you would do
zou rondschenken
he/she/it would do
zouden rondschenken
we would do
zouden rondschenken
you all would do
zouden rondschenken
they would do
Subjunctive bijzin mood
rondschenke
I do
rondschenke
you do
rondschenke
he/she/it do
rondschenke
we do
rondschenke
you all do
rondschenke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schenk rond
do
schenkt ron
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rojemen
do
ronddolen
wander
ronddollen
do
rondleuren
do
rondlummelen
loll
rondscharrelen
potter about
rondschrijven
do
rondsloffen
do
ronken
throb
roten
ret

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.