Rondbezorgen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of rondbezorgen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bezorg rond
I do
bezorgt rond
you do
bezorgt rond
he/she/it does
bezorgen rond
we do
bezorgen rond
you all do
bezorgen rond
they do
Present perfect tense
heb rondbezorgd
I have done
hebt rondbezorgd
you have done
heeft rondbezorgd
he/she/it has done
hebben rondbezorgd
we have done
hebben rondbezorgd
you all have done
hebben rondbezorgd
they have done
Past tense
bezorgde rond
I did
bezorgde rond
you did
bezorgde rond
he/she/it did
bezorgden rond
we did
bezorgden rond
you all did
bezorgden rond
they did
Future tense
zal rondbezorgen
I will do
zult rondbezorgen
you will do
zal rondbezorgen
he/she/it will do
zullen rondbezorgen
we will do
zullen rondbezorgen
you all will do
zullen rondbezorgen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondbezorgen
I would do
zou rondbezorgen
you would do
zou rondbezorgen
he/she/it would do
zouden rondbezorgen
we would do
zouden rondbezorgen
you all would do
zouden rondbezorgen
they would do
Subjunctive mood
bezorge rond
I do
bezorge rond
you do
bezorge rond
he/she/it do
bezorge rond
we do
bezorge rond
you all do
bezorge rond
they do
Past perfect tense
had rondbezorgd
I had done
had rondbezorgd
you had done
had rondbezorgd
he/she/it had done
hadden rondbezorgd
we had done
hadden rondbezorgd
you all had done
hadden rondbezorgd
they had done
Future perf.
zal rondbezorgd hebben
I will have done
zal rondbezorgd hebben
you will have done
zal rondbezorgd hebben
he/she/it will have done
zullen rondbezorgd hebben
we will have done
zullen rondbezorgd hebben
you all will have done
zullen rondbezorgd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondbezorgd hebben
I would have done
zou rondbezorgd hebben
you would have done
zou rondbezorgd hebben
he/she/it would have done
zouden rondbezorgd hebben
we would have done
zouden rondbezorgd hebben
you all would have done
zouden rondbezorgd hebben
they would have done
Present bijzin tense
rondbezorg
I do
rondbezorgt
you do
rondbezorgt
he/she/it does
rondbezorgen
we do
rondbezorgen
you all do
rondbezorgen
they do
Past bijzin tense
rondbezorgde
I did
rondbezorgde
you did
rondbezorgde
he/she/it did
rondbezorgden
we did
rondbezorgden
you all did
rondbezorgden
they did
Future bijzin tense
zal rondbezorgen
I will do
zult rondbezorgen
you will do
zal rondbezorgen
he/she/it will do
zullen rondbezorgen
we will do
zullen rondbezorgen
you all will do
zullen rondbezorgen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondbezorgen
I would do
zou rondbezorgen
you would do
zou rondbezorgen
he/she/it would do
zouden rondbezorgen
we would do
zouden rondbezorgen
you all would do
zouden rondbezorgen
they would do
Subjunctive bijzin mood
rondbezorge
I do
rondbezorge
you do
rondbezorge
he/she/it do
rondbezorge
we do
rondbezorge
you all do
rondbezorge
they do
Du
Ihr
Imperative mood
bezorg rond
do
bezorgt ron
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

redderen
put in order
ritselen
rustle
roesten
rust
romen
cream
rondbazuinen
blaze abroad
rondblikken
round cans
ronddienen
serve around
rondfladderen
flutter
rondgeven
pass round
rondschrijven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?