Rondbanjeren (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of rondbanjeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
banjer rond
I do
banjert rond
you do
banjert rond
he/she/it does
banjeren rond
we do
banjeren rond
you all do
banjeren rond
they do
Present perfect tense
heb rondgebanjerd
I have done
hebt rondgebanjerd
you have done
heeft rondgebanjerd
he/she/it has done
hebben rondgebanjerd
we have done
hebben rondgebanjerd
you all have done
hebben rondgebanjerd
they have done
Past tense
banjerde rond
I did
banjerde rond
you did
banjerde rond
he/she/it did
banjerden rond
we did
banjerden rond
you all did
banjerden rond
they did
Future tense
zal rondbanjeren
I will do
zult rondbanjeren
you will do
zal rondbanjeren
he/she/it will do
zullen rondbanjeren
we will do
zullen rondbanjeren
you all will do
zullen rondbanjeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondbanjeren
I would do
zou rondbanjeren
you would do
zou rondbanjeren
he/she/it would do
zouden rondbanjeren
we would do
zouden rondbanjeren
you all would do
zouden rondbanjeren
they would do
Subjunctive mood
banjere rond
I do
banjere rond
you do
banjere rond
he/she/it do
banjere rond
we do
banjere rond
you all do
banjere rond
they do
Past perfect tense
had rondgebanjerd
I had done
had rondgebanjerd
you had done
had rondgebanjerd
he/she/it had done
hadden rondgebanjerd
we had done
hadden rondgebanjerd
you all had done
hadden rondgebanjerd
they had done
Future perf.
zal rondgebanjerd hebben
I will have done
zal rondgebanjerd hebben
you will have done
zal rondgebanjerd hebben
he/she/it will have done
zullen rondgebanjerd hebben
we will have done
zullen rondgebanjerd hebben
you all will have done
zullen rondgebanjerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgebanjerd hebben
I would have done
zou rondgebanjerd hebben
you would have done
zou rondgebanjerd hebben
he/she/it would have done
zouden rondgebanjerd hebben
we would have done
zouden rondgebanjerd hebben
you all would have done
zouden rondgebanjerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
rondbanjer
I do
rondbanjert
you do
rondbanjert
he/she/it does
rondbanjeren
we do
rondbanjeren
you all do
rondbanjeren
they do
Past bijzin tense
rondbanjerde
I did
rondbanjerde
you did
rondbanjerde
he/she/it did
rondbanjerden
we did
rondbanjerden
you all did
rondbanjerden
they did
Future bijzin tense
zal rondbanjeren
I will do
zult rondbanjeren
you will do
zal rondbanjeren
he/she/it will do
zullen rondbanjeren
we will do
zullen rondbanjeren
you all will do
zullen rondbanjeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondbanjeren
I would do
zou rondbanjeren
you would do
zou rondbanjeren
he/she/it would do
zouden rondbanjeren
we would do
zouden rondbanjeren
you all would do
zouden rondbanjeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
rondbanjere
I do
rondbanjere
you do
rondbanjere
he/she/it do
rondbanjere
we do
rondbanjere
you all do
rondbanjere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
banjer rond
do
banjert ron
do

Examples of rondbanjeren

Example in DutchTranslation in English
Ik wil niet dat je rondbanjert in mijn huis.I don't want you pounding around my house.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

revieren
hunt areas
rijden
drive
ritsen
scribe
roekoeën
do
roekoeken
rook earch
roffelen
ruffle up
rondbabbelen
do
rondbazuinen
blaze abroad
rondleuren
do
rondslingeren
litter

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.