Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rikkekikken (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rikkekik
rikkekikt
rikkekikt
rikkekikken
rikkekikken
rikkekikken
Present perfect tense
heb gerikkekikt
hebt gerikkekikt
heeft gerikkekikt
hebben gerikkekikt
hebben gerikkekikt
hebben gerikkekikt
Past tense
rikkekikte
rikkekikte
rikkekikte
rikkekikten
rikkekikten
rikkekikten
Future tense
zal rikkekikken
zult rikkekikken
zal rikkekikken
zullen rikkekikken
zullen rikkekikken
zullen rikkekikken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rikkekikken
zou rikkekikken
zou rikkekikken
zouden rikkekikken
zouden rikkekikken
zouden rikkekikken
Subjunctive mood
rikkekikke
rikkekikke
rikkekikke
rikkekikke
rikkekikke
rikkekikke
Past perfect tense
had gerikkekikt
had gerikkekikt
had gerikkekikt
hadden gerikkekikt
hadden gerikkekikt
hadden gerikkekikt
Future perf.
zal gerikkekikt hebben
zal gerikkekikt hebben
zal gerikkekikt hebben
zullen gerikkekikt hebben
zullen gerikkekikt hebben
zullen gerikkekikt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerikkekikt hebben
zou gerikkekikt hebben
zou gerikkekikt hebben
zouden gerikkekikt hebben
zouden gerikkekikt hebben
zouden gerikkekikt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
rikkekik
rikkekikt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

rikketikken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

redevoeren
reason conduct
retoucheren
retouch
revaloriseren
do
revalueren
revalue
revitaliseren
revitalize
rieken
do
rijzen
rise
rikken
do
rocken
rock
roezen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.