Revitaliseren (to revitalize) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of revitaliseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
revitaliseer
I revitalize
revitaliseert
you revitalize
revitaliseert
he/she/it revitalizes
revitaliseren
we revitalize
revitaliseren
you all revitalize
revitaliseren
they revitalize
Present perfect tense
heb gerevitaliseerd
I have revitalized
hebt gerevitaliseerd
you have revitalized
heeft gerevitaliseerd
he/she/it has revitalized
hebben gerevitaliseerd
we have revitalized
hebben gerevitaliseerd
you all have revitalized
hebben gerevitaliseerd
they have revitalized
Past tense
revitaliseerde
I revitalized
revitaliseerde
you revitalized
revitaliseerde
he/she/it revitalized
revitaliseerden
we revitalized
revitaliseerden
you all revitalized
revitaliseerden
they revitalized
Future tense
zal revitaliseren
I will revitalize
zult revitaliseren
you will revitalize
zal revitaliseren
he/she/it will revitalize
zullen revitaliseren
we will revitalize
zullen revitaliseren
you all will revitalize
zullen revitaliseren
they will revitalize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou revitaliseren
I would revitalize
zou revitaliseren
you would revitalize
zou revitaliseren
he/she/it would revitalize
zouden revitaliseren
we would revitalize
zouden revitaliseren
you all would revitalize
zouden revitaliseren
they would revitalize
Subjunctive mood
revitalisere
I revitalize
revitalisere
you revitalize
revitalisere
he/she/it revitalize
revitalisere
we revitalize
revitalisere
you all revitalize
revitalisere
they revitalize
Past perfect tense
had gerevitaliseerd
I had revitalized
had gerevitaliseerd
you had revitalized
had gerevitaliseerd
he/she/it had revitalized
hadden gerevitaliseerd
we had revitalized
hadden gerevitaliseerd
you all had revitalized
hadden gerevitaliseerd
they had revitalized
Future perf.
zal gerevitaliseerd hebben
I will have revitalized
zal gerevitaliseerd hebben
you will have revitalized
zal gerevitaliseerd hebben
he/she/it will have revitalized
zullen gerevitaliseerd hebben
we will have revitalized
zullen gerevitaliseerd hebben
you all will have revitalized
zullen gerevitaliseerd hebben
they will have revitalized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerevitaliseerd hebben
I would have revitalized
zou gerevitaliseerd hebben
you would have revitalized
zou gerevitaliseerd hebben
he/she/it would have revitalized
zouden gerevitaliseerd hebben
we would have revitalized
zouden gerevitaliseerd hebben
you all would have revitalized
zouden gerevitaliseerd hebben
they would have revitalized
Du
Ihr
Imperative mood
revitaliseer
revitalize
revitaliseert
revitalize

Examples of revitaliseren

Example in DutchTranslation in English
welke alles is wat je nodig hebt om je interne delen te revitaliseren .Which is all you need to revitalize the you inside.
zullen we in staat zijn om nieuwe middelen, energiebronnen, te ontdekken... die onze eigen zal revitaliseren.We'll be able to discover new resources, energy sources, which will revitalize our own.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rauzen
do
reizen
travel
retireren
draw off
retrograderen
retrograde
reven
reef
reviseren
overhaul
revolteren
revolt
rijmen
rhyme
rikketikken
do
ritsen
scribe

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'revitalize':

None found.
Learning languages?