Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Recidiveren (to reoffend) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
recidiveer
recidiveert
recidiveert
recidiveren
recidiveren
recidiveren
Present perfect tense
heb gerecidiveerd
hebt gerecidiveerd
heeft gerecidiveerd
hebben gerecidiveerd
hebben gerecidiveerd
hebben gerecidiveerd
Past tense
recidiveerde
recidiveerde
recidiveerde
recidiveerden
recidiveerden
recidiveerden
Future tense
zal recidiveren
zult recidiveren
zal recidiveren
zullen recidiveren
zullen recidiveren
zullen recidiveren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou recidiveren
zou recidiveren
zou recidiveren
zouden recidiveren
zouden recidiveren
zouden recidiveren
Subjunctive mood
recidivere
recidivere
recidivere
recidivere
recidivere
recidivere
Past perfect tense
had gerecidiveerd
had gerecidiveerd
had gerecidiveerd
hadden gerecidiveerd
hadden gerecidiveerd
hadden gerecidiveerd
Future perf.
zal gerecidiveerd hebben
zal gerecidiveerd hebben
zal gerecidiveerd hebben
zullen gerecidiveerd hebben
zullen gerecidiveerd hebben
zullen gerecidiveerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerecidiveerd hebben
zou gerecidiveerd hebben
zou gerecidiveerd hebben
zouden gerecidiveerd hebben
zouden gerecidiveerd hebben
zouden gerecidiveerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
recidiveer
recidiveert

Examples of recidiveren

Example in DutchTranslation in English
Drie op de vier jongens recidiveren.Every boy in here is three times more likely to reoffend as not to.
U hoeft er niet aan te twijfelen, Edelachtbare, dat deze ongelukkige vrouw er wel voor zal waken te recidiveren. Hiermee besluit ik mijn pleidooi, Edelachtbare.I submit that Your Lordship would have little doubt that this... unfortunate woman is now ever likely to reoffend... and that is the case for the defense, my Lord.
Driekwart van dat tuig recidiveert.Three-quarters of this scum will reoffend, Tina.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

railleren
rail learn
raisonneren
rail learn
reageren
react
rechtmaken
straighten
rechtzitten
right down
recipiëren
entertain
redoubleren
redouble
refereren
refer
regelen
arrange
regenen
rain

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'reoffend':

None found.