Rechtvaardigen (to justify) conjugation

Dutch
27 examples

Conjugation of rechtvaardigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rechtvaardig
I justify
rechtvaardigt
you justify
rechtvaardigt
he/she/it justifies
rechtvaardigen
we justify
rechtvaardigen
you all justify
rechtvaardigen
they justify
Present perfect tense
heb gerechtvaardigd
I have justified
hebt gerechtvaardigd
you have justified
heeft gerechtvaardigd
he/she/it has justified
hebben gerechtvaardigd
we have justified
hebben gerechtvaardigd
you all have justified
hebben gerechtvaardigd
they have justified
Past tense
rechtvaardigde
I justified
rechtvaardigde
you justified
rechtvaardigde
he/she/it justified
rechtvaardigden
we justified
rechtvaardigden
you all justified
rechtvaardigden
they justified
Future tense
zal rechtvaardigen
I will justify
zult rechtvaardigen
you will justify
zal rechtvaardigen
he/she/it will justify
zullen rechtvaardigen
we will justify
zullen rechtvaardigen
you all will justify
zullen rechtvaardigen
they will justify
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rechtvaardigen
I would justify
zou rechtvaardigen
you would justify
zou rechtvaardigen
he/she/it would justify
zouden rechtvaardigen
we would justify
zouden rechtvaardigen
you all would justify
zouden rechtvaardigen
they would justify
Subjunctive mood
rechtvaardige
I justify
rechtvaardige
you justify
rechtvaardige
he/she/it justify
rechtvaardige
we justify
rechtvaardige
you all justify
rechtvaardige
they justify
Past perfect tense
had gerechtvaardigd
I had justified
had gerechtvaardigd
you had justified
had gerechtvaardigd
he/she/it had justified
hadden gerechtvaardigd
we had justified
hadden gerechtvaardigd
you all had justified
hadden gerechtvaardigd
they had justified
Future perf.
zal gerechtvaardigd hebben
I will have justified
zal gerechtvaardigd hebben
you will have justified
zal gerechtvaardigd hebben
he/she/it will have justified
zullen gerechtvaardigd hebben
we will have justified
zullen gerechtvaardigd hebben
you all will have justified
zullen gerechtvaardigd hebben
they will have justified
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerechtvaardigd hebben
I would have justified
zou gerechtvaardigd hebben
you would have justified
zou gerechtvaardigd hebben
he/she/it would have justified
zouden gerechtvaardigd hebben
we would have justified
zouden gerechtvaardigd hebben
you all would have justified
zouden gerechtvaardigd hebben
they would have justified
Du
Ihr
Imperative mood
rechtvaardig
justify
rechtvaardigt
justify

Examples of rechtvaardigen

Example in DutchTranslation in English
"Ik moet m'n verlamming rechtvaardigen, dus zeg ik dat 't oké was.""I have to justify being paralyzed, I have to justify killing people, so I say it was OK."
"Wyatt buit haar persoonlijke tragedie uit... om haar simplistische zwart-wit kruistocht te rechtvaardigen"."Wyatt exploits her personal tragedy to justify a simplistic black-and-white crusade."
- Als we voor nieuwjaar aan 300 zitten... weet ik niet of ik kan rechtvaardigen dat ik je aanhou.- We see 300 before the New Year, and l'm not sure that l can justify a full term for you.
- Een gevoel is niet te rechtvaardigen.I don't know how to justify a hunch. Sanford, I don't see any harm...
- Hoe kan je dit allemaal rechtvaardigen ?-How can you justify all this?
- Hoe rechtvaardig je dat dan?Well, how do you justify that?
Als ik opkijk, zie ik die strook waarin ik in tien eenzame seconden m'n bestaan rechtvaardig.I'll raise my eyes and look down that corridor, four feet wide, with ten lonely seconds to justify my whole existence.
Als je mijn gedrag onvergeeflijk vindt, hoe rechtvaardig je dan jouw gedrag?If what happened between me and Addison is so unforgivable, how do you justify what happened between you and Meredith?
En dit, mensen tegen hun wil vasthouden en ze martelen, hoe rechtvaardig jij dat?And this, holding people against their will, torturing them how do you justify that?
En zo rechtvaardig jij stelen?Is that how you justify stealing?
'The Walking Dead', mam. Dat rechtvaardigt niet dat je zijn telefoon vernietigt, Grant.That doesn't justify destroying his phone, Grant.
- Dat rechtvaardigt een medewerkster.Sufficient to justify an employee. A girl.
- Dat rechtvaardigt niet dat je iemand doodt.- That doesn't justify killing someone.
- Dit document voedt de haat van de koning van Napels, en rechtvaardigt zijn oorlog.Worse still, this scrap of paper gives the King of Naples cause to satisfy his hate. And to justify his war.
- Het rechtvaardigt dit niet, Margot.It doesn't justify any of this, Margot.
- Bedoel je mij? Jij hebt mijn moorden gerechtvaardigd.You justified my kills.
- De luitenant beweert dat de dorpeling 'n Taliban terrorist was en 't schieten gerechtvaardigd was.The lieutenant claims that the villager was a Taliban terrorist and it was a justified shooting.
- Geen moord als het gerechtvaardigd is.Not murder if it's justified.
- Het was volkomen gerechtvaardigd.I was perfectly justified.
- Ja, waar iedereen kan doen wat ze willen, zolang ze voelen, dat het gerechtvaardigd is.Yeah, where anyone can do anything they want, so long as they feel like it's justified.
'alle mensen zijn gelijk geschapen'... rechtvaardigde om slaven te bezitten?"All men are created equal" justified owning slaves?
Dat rechtvaardigde alles. - Dat gaf me kracht.That justified my actions and gave me strength.
De wijze man rechtvaardigde zijn daden, voor zowel zichzelf als voor anderen... als onderdeel van het grotere goed.The wise man justified his actions, both to himself and others, as part of the greater good.
En zo rechtvaardigde je 't naar mij.It's how you justified it to me.
Er staat hier in het verslag dat Martha het slaan van haar kinderen rechtvaardigde als een daad van vrome liefde.- It says here in the report that Martha justified beating her children as an act of pious love.
Wanneer de veiligheidspolitie vrouwen verkrachtte in hechtenis, rechtvaardigden ze het omdat het nodig was om informatie te bekomen.When the Security Police raped women in detention, they justified it, claiming it was necessary to extract information.
Zo rechtvaardigden we onze daden.That's how we justified it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

profaneren
profane
rampetampen
butt filling
ratificeren
ratify
rebelleren
rebel
rechttrekken
straighten
rechtzetten
rectify
rectificeren
rectify
recyclen
recycle
redekavelen
argue
reformeren
reform

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'justify':

None found.
Learning languages?