Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Radiograferen (to radio cabling) conjugation

Dutch

Conjugation of radiograferen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
radiografeer
I radio cabling
radiografeert
you radio cabling
radiografeert
he/she/it radios cabling
radiograferen
we radio cabling
radiograferen
you all radio cabling
radiograferen
they radio cabling
Present perfect tense
heb geradiografeerd
I have radioed cabling
hebt geradiografeerd
you have radioed cabling
heeft geradiografeerd
he/she/it has radioed cabling
hebben geradiografeerd
we have radioed cabling
hebben geradiografeerd
you all have radioed cabling
hebben geradiografeerd
they have radioed cabling
Past tense
radiografeerde
I radioed cabling
radiografeerde
you radioed cabling
radiografeerde
he/she/it radioed cabling
radiografeerden
we radioed cabling
radiografeerden
you all radioed cabling
radiografeerden
they radioed cabling
Future tense
zal radiograferen
I will radio cabling
zult radiograferen
you will radio cabling
zal radiograferen
he/she/it will radio cabling
zullen radiograferen
we will radio cabling
zullen radiograferen
you all will radio cabling
zullen radiograferen
they will radio cabling
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou radiograferen
I would radio cabling
zou radiograferen
you would radio cabling
zou radiograferen
he/she/it would radio cabling
zouden radiograferen
we would radio cabling
zouden radiograferen
you all would radio cabling
zouden radiograferen
they would radio cabling
Subjunctive mood
radiografere
I radio cabling
radiografere
you radio cabling
radiografere
he/she/it radio cabling
radiografere
we radio cabling
radiografere
you all radio cabling
radiografere
they radio cabling
Past perfect tense
had geradiografeerd
I had radioed cabling
had geradiografeerd
you had radioed cabling
had geradiografeerd
he/she/it had radioed cabling
hadden geradiografeerd
we had radioed cabling
hadden geradiografeerd
you all had radioed cabling
hadden geradiografeerd
they had radioed cabling
Future perf.
zal geradiografeerd hebben
I will have radioed cabling
zal geradiografeerd hebben
you will have radioed cabling
zal geradiografeerd hebben
he/she/it will have radioed cabling
zullen geradiografeerd hebben
we will have radioed cabling
zullen geradiografeerd hebben
you all will have radioed cabling
zullen geradiografeerd hebben
they will have radioed cabling
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geradiografeerd hebben
I would have radioed cabling
zou geradiografeerd hebben
you would have radioed cabling
zou geradiografeerd hebben
he/she/it would have radioed cabling
zouden geradiografeerd hebben
we would have radioed cabling
zouden geradiografeerd hebben
you all would have radioed cabling
zouden geradiografeerd hebben
they would have radioed cabling
Du
Ihr
Imperative mood
radiografeer
radio cabling
radiografeert
radio cabling

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

provoceren
defy
puren
distil
quotiseren
do
rabatteren
do
radicaliseren
do
rafelen
fray
ratelen
rattle
ratificeren
ratify
reactiveren
do
rebooten
reboot

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'radio cabling':

None found.