Racemiseren (to racemize) conjugation

Dutch

Conjugation of racemiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
racemiseer
I racemize
racemiseert
you racemize
racemiseert
he/she/it racemizes
racemiseren
we racemize
racemiseren
you all racemize
racemiseren
they racemize
Present perfect tense
heb geracemiseerd
I have racemized
hebt geracemiseerd
you have racemized
heeft geracemiseerd
he/she/it has racemized
hebben geracemiseerd
we have racemized
hebben geracemiseerd
you all have racemized
hebben geracemiseerd
they have racemized
Past tense
racemiseerde
I racemized
racemiseerde
you racemized
racemiseerde
he/she/it racemized
racemiseerden
we racemized
racemiseerden
you all racemized
racemiseerden
they racemized
Future tense
zal racemiseren
I will racemize
zult racemiseren
you will racemize
zal racemiseren
he/she/it will racemize
zullen racemiseren
we will racemize
zullen racemiseren
you all will racemize
zullen racemiseren
they will racemize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou racemiseren
I would racemize
zou racemiseren
you would racemize
zou racemiseren
he/she/it would racemize
zouden racemiseren
we would racemize
zouden racemiseren
you all would racemize
zouden racemiseren
they would racemize
Subjunctive mood
racemisere
I racemize
racemisere
you racemize
racemisere
he/she/it racemize
racemisere
we racemize
racemisere
you all racemize
racemisere
they racemize
Past perfect tense
had geracemiseerd
I had racemized
had geracemiseerd
you had racemized
had geracemiseerd
he/she/it had racemized
hadden geracemiseerd
we had racemized
hadden geracemiseerd
you all had racemized
hadden geracemiseerd
they had racemized
Future perf.
zal geracemiseerd hebben
I will have racemized
zal geracemiseerd hebben
you will have racemized
zal geracemiseerd hebben
he/she/it will have racemized
zullen geracemiseerd hebben
we will have racemized
zullen geracemiseerd hebben
you all will have racemized
zullen geracemiseerd hebben
they will have racemized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geracemiseerd hebben
I would have racemized
zou geracemiseerd hebben
you would have racemized
zou geracemiseerd hebben
he/she/it would have racemized
zouden geracemiseerd hebben
we would have racemized
zouden geracemiseerd hebben
you all would have racemized
zouden geracemiseerd hebben
they would have racemized
Du
Ihr
Imperative mood
racemiseer
racemize
racemiseert
racemize

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

precipiteren
do
pruimen
do
putsen
do
raadplegen
consult
rabbelen
sputter
racen
race
racletten
do
radiograferen
radio cabling
raketten
do
rakkeren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'racemize':

None found.
Learning languages?