Queruleren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of queruleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
queruleer
I do
queruleert
you do
queruleert
he/she/it does
queruleren
we do
queruleren
you all do
queruleren
they do
Present perfect tense
heb gequeruleerd
I have done
hebt gequeruleerd
you have done
heeft gequeruleerd
he/she/it has done
hebben gequeruleerd
we have done
hebben gequeruleerd
you all have done
hebben gequeruleerd
they have done
Past tense
queruleerde
I did
queruleerde
you did
queruleerde
he/she/it did
queruleerden
we did
queruleerden
you all did
queruleerden
they did
Future tense
zal queruleren
I will do
zult queruleren
you will do
zal queruleren
he/she/it will do
zullen queruleren
we will do
zullen queruleren
you all will do
zullen queruleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou queruleren
I would do
zou queruleren
you would do
zou queruleren
he/she/it would do
zouden queruleren
we would do
zouden queruleren
you all would do
zouden queruleren
they would do
Subjunctive mood
querulere
I do
querulere
you do
querulere
he/she/it do
querulere
we do
querulere
you all do
querulere
they do
Past perfect tense
had gequeruleerd
I had done
had gequeruleerd
you had done
had gequeruleerd
he/she/it had done
hadden gequeruleerd
we had done
hadden gequeruleerd
you all had done
hadden gequeruleerd
they had done
Future perf.
zal gequeruleerd hebben
I will have done
zal gequeruleerd hebben
you will have done
zal gequeruleerd hebben
he/she/it will have done
zullen gequeruleerd hebben
we will have done
zullen gequeruleerd hebben
you all will have done
zullen gequeruleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gequeruleerd hebben
I would have done
zou gequeruleerd hebben
you would have done
zou gequeruleerd hebben
he/she/it would have done
zouden gequeruleerd hebben
we would have done
zouden gequeruleerd hebben
you all would have done
zouden gequeruleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
queruleer
do
queruleert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

prevaleren
mutter
propaganderen
propagandize
prutsen
tinker
puffen
puff
puntlassen
punt
pushen
push
quadrupleren
quadruple
quoteren
do
rapporteren
rap
ratelen
rattle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?