Puntlassen (to punt) conjugation

Dutch

Conjugation of puntlassen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
puntlas
I punt
puntlast
you punt
puntlast
he/she/it punts
puntlassen
we punt
puntlassen
you all punt
puntlassen
they punt
Present perfect tense
heb gepuntlast
I have punted
hebt gepuntlast
you have punted
heeft gepuntlast
he/she/it has punted
hebben gepuntlast
we have punted
hebben gepuntlast
you all have punted
hebben gepuntlast
they have punted
Past tense
puntlaste
I punted
puntlaste
you punted
puntlaste
he/she/it punted
puntlasten
we punted
puntlasten
you all punted
puntlasten
they punted
Future tense
zal puntlassen
I will punt
zult puntlassen
you will punt
zal puntlassen
he/she/it will punt
zullen puntlassen
we will punt
zullen puntlassen
you all will punt
zullen puntlassen
they will punt
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou puntlassen
I would punt
zou puntlassen
you would punt
zou puntlassen
he/she/it would punt
zouden puntlassen
we would punt
zouden puntlassen
you all would punt
zouden puntlassen
they would punt
Subjunctive mood
puntlasse
I punt
puntlasse
you punt
puntlasse
he/she/it punt
puntlasse
we punt
puntlasse
you all punt
puntlasse
they punt
Past perfect tense
had gepuntlast
I had punted
had gepuntlast
you had punted
had gepuntlast
he/she/it had punted
hadden gepuntlast
we had punted
hadden gepuntlast
you all had punted
hadden gepuntlast
they had punted
Future perf.
zal gepuntlast hebben
I will have punted
zal gepuntlast hebben
you will have punted
zal gepuntlast hebben
he/she/it will have punted
zullen gepuntlast hebben
we will have punted
zullen gepuntlast hebben
you all will have punted
zullen gepuntlast hebben
they will have punted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepuntlast hebben
I would have punted
zou gepuntlast hebben
you would have punted
zou gepuntlast hebben
he/she/it would have punted
zouden gepuntlast hebben
we would have punted
zouden gepuntlast hebben
you all would have punted
zouden gepuntlast hebben
they would have punted
Du
Ihr
Imperative mood
puntlas
punt
puntlast
punt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

pretenderen
pretend
programmeren
forecast
proponeren
do
prostitueren
prostitute
psalmeren
psalm honor
punteren
punt
puren
distil
radicaliseren
do
radiograferen
radio cabling
raffineren
refine

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'punt':

None found.
Learning languages?