Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Punniken (to French knitting) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
punnik
punnikt
punnikt
punniken
punniken
punniken
Present perfect tense
heb gepunnikt
hebt gepunnikt
heeft gepunnikt
hebben gepunnikt
hebben gepunnikt
hebben gepunnikt
Past tense
punnikte
punnikte
punnikte
punnikten
punnikten
punnikten
Future tense
zal punniken
zult punniken
zal punniken
zullen punniken
zullen punniken
zullen punniken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou punniken
zou punniken
zou punniken
zouden punniken
zouden punniken
zouden punniken
Subjunctive mood
punnike
punnike
punnike
punnike
punnike
punnike
Past perfect tense
had gepunnikt
had gepunnikt
had gepunnikt
hadden gepunnikt
hadden gepunnikt
hadden gepunnikt
Future perf.
zal gepunnikt hebben
zal gepunnikt hebben
zal gepunnikt hebben
zullen gepunnikt hebben
zullen gepunnikt hebben
zullen gepunnikt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepunnikt hebben
zou gepunnikt hebben
zou gepunnikt hebben
zouden gepunnikt hebben
zouden gepunnikt hebben
zouden gepunnikt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
punnik
punnikt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hinniken
neigh

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

prijken
pierce
prolongeren
extend
prospecteren
prospect
protocolleren
protocol learn
puimen
pumice
puncteren
do
punten
do
putten
draw
quadrupleren
quadruple
racemiseren
racemize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'French knitting':

None found.